Studenten in de centrale medezeggenschap krijgen straks ‘500 tot 1.200 euro per maand’

11 juni 2024
Beeld:

Paul Disco | Een vergadering van de centrale medezeggenschap

Geplaatst door
Hoger Onderwijs Persbureau Redactie HvanA
Op
11 juni 2024

De vergoedingen voor studenten in de medezeggenschap moeten omhoog, hebben studentenorganisaties en onderwijsinstellingen afgesproken. Voor studenten in de centrale raden wordt de ‘richtlijn’ 500 tot 1.200 euro per maand.

Studenten in de medezeggenschap praten mee over het beleid van hun hogeschool of universiteit. Op belangrijke punten hebben ze zelfs instemmingsrecht. Bij die verantwoordelijkheid hoort een adequate vergoeding, vinden alle partijen, maar hoe hoog moet die zijn?

 

De afgelopen jaren kwamen onderwijsinstellingen en studenten daar niet uit, maar nu lijkt het tot een soort akkoord te zijn gekomen. 

 

Richtlijn
Het akkoord bevat afspraken over een minimumvergoeding, maar daar zijn uitzonderingen op mogelijk. Studenten in een centrale medezeggenschapsraad (CMR) zouden maandelijks tussen de 500 en 1.200 euro per maand moeten krijgen. Voor facultaire of decentrale raden is dat tussen de 250 en 525 euro.

 

De bedragen gelden nog als richtlijn. Ter vergelijking: op de HvA krijgen medezeggenschappers nu 14,48 euro per uur. In de praktijk komt dat voor de meeste CMR-leden neer op 400 euro, terwijl studenten in facultaire deelraden kunnen rekenen op 300 euro. 

 

Omlaag?
Hoeveel hoger die bedragen precies worden, is dus nog onduidelijk. Volgens het akkoord zeggen universiteiten en hogescholen toe dat ze hierover ‘constructief’ in gesprek gaan met hun eigen medezeggenschapsorganen. Eind dit jaar maken ze bekend hoe die gesprekken zijn verlopen en welke vergoedingen ze hebben afgesproken. Dan ontstaat ook een landelijk beeld van wie wat krijgt.

 

Voor studenten in opleidingscommissies zijn overigens geen bedragen afgesproken. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) stelden 125 tot 200 euro per maand voor, maar daarmee gaan de hogescholen en universiteiten niet akkoord.