Eerste hulp bij... rouwen: hoe blijf je overeind?

15 februari 2024
Beeld:

Pixabay

Geplaatst door
Maja de Goede
Op
15 februari 2024

Sommige dingen leer je niet op de hogeschool. In deze rubriek verzamelen we tips die jou kunnen helpen wanneer studieboeken je in de steek laten. Bijvoorbeeld wanneer een naaste komt te overlijden. Want, hoe doe je dat eigenlijk, rouwen?

Negentien jaar was Gijs van der Sanden (nu 37), toen zijn vader plotseling overleed aan een hartaanval. Hij studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam en had geen tijd gehad om afscheid te nemen. Tot overmaat van ramp overkwam zijn moeder vier jaar later hetzelfde. Van der Sanden: ‘Ik hield het niet voor mogelijk, maar plotseling was ik wees. En ik moest nog afstuderen.’

 

Van der Sanden is journalist en docent aan de HvA en schreef het boek De dingen die je vergeet, met als onderkop: Rouwen voor beginners. Als jonge twintiger wist hij nog niet hoe dat moest, rouwen. Wat had hij willen weten toen en wat kan hij anderen vertellen over de pijn, het gemis en de verwachtingen van anderen? We vroegen hem om advies.

‘Rouw laat zich eigenlijk niet vangen in tips’

1. Je hoeft er niet sterker uit te komen

‘Het lastige van rouwen is dat het zich eigenlijk niet laat vangen in tips’, zegt Van der Sanden meteen. ‘Ik denk zelfs dat het geven van tips een probleem is dat komt kijken bij rouw. De focus ligt vaak op: hoe kan ik hier sterker uitkomen. Laat dat dan maar gelijk mijn eerste tip zijn: weet dat dat niet hoeft. Je hoeft er niet beter van te worden.’

‘Laat niemand je vertellen hoe je moet rouwen’

2. Er is geen goede manier van rouwen

Een tweede punt dat de HvA-docent wil maken, is dat er geen juiste, beste of zelfs goede manier van rouwen bestaat. Van der Sanden: ‘Er zouden fasen van rouw bestaan. Volgens een theorie zou je eerst in de ontkenningsfase zitten, vervolgens woede voelen, om daarna te gaan onderhandelen. Je zou in een depressie terechtkomen, om de dood van de ander daarna pas te aanvaarden. Dat suggereert dat er een soort checklist is die je af kan lopen. Maar rouwen is een veel grilliger proces, dat zich niet laat vatten in een model.’

 

Rouwen is dus voor iedereen anders. Laat niemand je vertellen hoe het moet, stelt hij. ‘Waar de een na een week na het overlijden van zijn moeder weer de kroeg induikt en onder de mensen wil komen, blijft een ander liever een maand lang thuis om series te kijken. Allebei is oke.’
 

‘Je kan rouwen én een leuk leven leiden’

3. Rouw is nooit klaar en dat is niet erg

‘Rouw dient zich op momenten in je leven soms opnieuw aan’, zegt Van der Sanden. ‘Soms wanneer je het niet verwacht.’ Hij vertelt dat hij zich na het overlijden van zijn ouders vooral focuste op afstuderen, zijn relatie en het najagen van een carrière. In een volgende levensfase, zo rond zijn dertigste, toen vrienden gingen trouwen en kinderen kregen, voelde hij opeens weer veel verdriet.

 

‘Ik zit nu in rustiger vaarwater’, weet Van der Sanden. ‘Maar wie weet overvalt het me later weer, bijvoorbeeld als een oom of tante komt te overlijden. Mij gaf het in ieder geval rust om te weten dat rouw nooit klaar is.’ Dat idee gaf hem rust omdat het betekende dat hij kon rouwen terwijl hij ook een leuk leven leidde. ‘Je leven is niet voorbij’, zegt de docent daarom. ‘Zeker als je jong bent, heb je nog een hele toekomst voor je.’

‘Schaam je niet voor je verdriet’

4. Je mag verdrietig zijn, durf die ruimte in te nemen

Van der Sanden vond het zelf moeilijk om te rouwen, maar merkte ook dat zijn omgeving niet goed wist hoe ze er mee om moesten gaan. Schaam je niet voor je verdriet, zou hij daarom willen zeggen. ‘Achteraf gezien had ik wel wat meer ruimte in mogen nemen’, stelt hij.

 

Maar daarbij komt dat zijn omgeving ook wel iets vaker had mogen vragen naar hoe hij zich voelde. ‘Dan had ik altijd nog kunnen aangeven dat ik even geen zin had om erover te praten, maar het verzwijgen is echt heel stom.’ Zijn tip voor anderen zou daarom zijn: vraag op een niet beladen manier naar de overleden persoon. ‘Ik had het fijn gevonden als anderen wat vaker zouden vragen naar wat mijn ouders op een bepaald moment zouden hebben gedaan, bijvoorbeeld.’

‘Er zijn studentpsychologen die voor je klaar staan’

5. Verdiep je in rouw, als je wil

‘Ik wilde als student graag meer weten over rouw en ging naar de boekhandel voor meer informatie. Er waren toen eigenlijk maar drie – hele klinische – boeken over rouwverwerking, zoals dat toen nog werd genoemd. Ik zie het nog voor me: een kaft met daarop een vlinder die vliegt naar de horizon. Heel cliché en niks waar ik echt iets aan had.’

 

Dat is nu wel anders, meent Van der Sanden. Hij volgt het account ‘Verlieskunst’ op Instagram en luistert de podcast ‘Doodgewoon’. ‘Verder zijn er nu ontzettend veel boeken geschreven over de dood. Het gesprek hierover is echt veranderd, dat is heel fijn.’

 

Van der Sanden ging in zijn tijd op de UvA naar een rouwgroep. Dat was niet helemaal zijn ding, maar weet dat dit soort initiatieven er zijn, zegt hij. ‘Er zijn studentpsychologen die voor je klaar staan.’

‘De overgrote meerderheid komt er weer bovenop’

6. Je kan leven met grote verliezen

‘Mensen zijn ontzettend veerkrachtig’, is het laatste wat de HvA-docent wil meegeven. ‘Maar vijf procent van de mensen die een dierbare verliest loopt echt vast en ervaart complexe rouw. De overgrote meerderheid komt er weer bovenop. Dat vind ik heel hoopgevend. Het betekent niet dat het makkelijk is, rouwen. Maar we kunnen leven met grote verliezen, echt!’