Klokkenluider krijgt gelijk: bij CO+CB maak je nu te weinig uren voor je punten
Uit onderzoek blijkt dat de studielast bij Communicatie en Creative Business (CO+CB) dit studiejaar te laag ligt, waardoor het de zestig studiepunten nu eigenlijk niet waard is. Hoe gaan de opleidingen ervoor zorgen dat studenten de uitdaging krijgen die ze zoeken?
Studenten kunnen nog zo veel baat hebben bij een onderwijsvernieuwing, het ontslaat opleidingen niet van de verplichting ze genoeg uren te laten maken. Bij de mediaopleidingen Communicatie en Creative Business (CO+CB) blijkt dat laatste echter niet in de haak. Eerste- en tweedejaarsstudenten konden afgelopen jaar op basis van te weinig studielast hun zestig punten halen. Dat is de conclusie van een onderzoek onder leiding van lector Quirine Eijkman (Hogeschool Utrecht).
Het College van Bestuur (CvB) van de HvA had deze commissie ingeschakeld na de melding van een docent, in maart. De ‘klokkenluider’ stapte naar het CvB met het vermoeden dat de studielast te laag lag. De commissie Eijkman concludeert nu dat deze docent gelijk heeft. Dat betekent dat de opleidingen aan de bak moeten om het curriculum weer te vullen met genoeg uren.
Ondergesneeuwd
Studielast gaat over het aantal uren dat studenten kwijt zijn aan hun studie. Uit het onderzoek blijkt dat studenten CO+CB hun opleiding over het algemeen als te licht ervaren. Ook blijkt dat de vereiste wettelijke studielast ‘onmogelijk’ kan worden gehaald, binnen de huidige opzet van het nieuwe stonesonderwijs (zie kader voor uitleg). De opleidingen overtreden mogelijk de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
De commissie bestond uit lector Quirine Eijkman (Hogeschool Utrecht), professor Miek Laemers (Vrije Universiteit) en onderwijsadviseur Marianne van der Weiden. Hoe ze de studielast bepaalden? In mei en juni hielden ze 21 interviews met studenten, docenten en ‘functionarissen’ zoals opleidingsmanagers. Ook zagen ze documenten in en struinden ze HvA-onderzoeken door, zoals de 100-dagen monitor.
Studiepunten zijn gebaseerd op het aantal uur dat studenten ervoor moeten werken, verdeeld over zelfstudie en contacturen in de les. Elk studieblok bij Communicatie en Creative Business is nu een stone die staat voor vijftien studiepunten, omgerekend 420 studieuren.
Natuurlijk doen studenten niet allemaal even lang over de lesstof. Maar een opleiding moet wel garanderen dat studenten genoeg tijd kwijt zijn aan hun studie. Voor 60 ECTS is dat 1680 uur per jaar. Bij CO+CB is het zo goed als ‘onmogelijk’ dat studenten dat urenaantal gaan halen, concludeert de commissie Eijkman.
Elk blok bestaat namelijk uit tien weken, maar daarvan worden slechts de eerste zeven benut voor onderwijs. Na elke zeven weken leveren de studenten hun eindopdracht in en hebben ze weer een paar weken vakantie. Zeven weken onderwijs voor 420 uur: dan zou je dus 60 uur per week moeten draaien voor je studie.
Volgens de commissie is dat ‘niet realistisch’. Zeker omdat studenten naar eigen zeggen elke week in ieder geval tien contacturen hebben. Sommige studenten laten de commissie weten dat ze vinden geen waar voor hun collegegeld te krijgen.
Bij de vormgeving van het stonesonderwijs lijkt de studielast niet echt een punt van aandacht te zijn geweest, concludeert de commissie. Er was heus genoeg aandacht voor het niveau en de kwaliteit van de lesstof. Maar geen berekening van het aantal uur dat de 15 ECTS per stone rechtvaardigt. Ook waren er ‘zo veel aandachtspunten bij het invoeren van stonesonderwijs dat het precieze berekenen van de studielast erbij ingeschoten lijkt te zijn’, aldus een van de geïnterviewde medewerkers in het rapport.
Open publicatie
De HvA heeft het rapport vanmiddag op de eigen site, in alle openheid gepubliceerd, aangevuld met een persbericht. In het rapport kun je ook lezen wat studenten hebben verteld in interviews met de commissie. Geen van deze tien studenten vindt de opleiding zwaar. Ze zouden juist meer uitgedaagd willen worden, zien Eijkman en co.
‘Ik vind 15 studiepunten eigenlijk overdreven, in vergelijking met wat we moeten doen’
‘Ik vind dat er meer van ons gevraagd mag worden’, stelt een van de geïnterviewde studenten. Een ander: ‘Ik zou er wat steviger tegenaan willen, vooral op theoretisch vlak’. Of deze opmerking: ‘Ik vind de 15 studiepunten eigenlijk overdreven, in vergelijking met wat we moeten doen’. Sommige studenten zeggen zich volgens de commissie zorgen te maken over de waarde van hun diploma, nu blijkt dat de studiebelasting te licht is bevonden.
‘Het onderwijs verkleutert’
Of het probleem pas sinds de onderwijsvernieuwing speelt? Dat wordt niet helemaal duidelijk. Grote verschillen met vorig studiejaar zijn er wel. Toen volgden eerste- en tweedejaarsstudenten nog vier, vijf kleinere vakken per studieblok, waarbij je ook voor al die vakken weer een toets of eindopdracht moest maken. Nu is alles in één grotere module geïntegreerd met één eindopdracht, voor in totaal hetzelfde aantal studiepunten.
Een CO+CB-medewerker, die is geïnterviewd door de onderzoekers, zegt van docenten te horen dat het onderwijs sinds de vernieuwing ‘verkleutert’. Er zijn ook zorgen over ‘studenten die helemaal niets doen en dan in week 7 aan de slag gaan en het eindproduct inleveren.’ Een leidinggevende herkent dat. ‘Het kan zeker, ik heb dat in blok 1 ook meteen gezien.’ Wat de studiebelasting precies aan uren tekortkomt, kan de commissie niet vaststellen.
Niet de eerste klap
Afgelopen studiejaar moesten de opleidingen zich vasthouden aan wat er wél goed ging. Al in oktober uitten docenten hun zorgen over hoe vakvaardigheden ondersneeuwden in het nieuwe curriculum, waarin flexibel studeren en keuzevrijheid nu centraal staan.
Vervolgens begon het werkveld zich te bemoeien met het verdwijnen van de populaire radiominor. Eind mei stelde de deelraad van de faculteit zich in een brandbrief ‘ernstige zorgen’ te maken over het nieuwe onderwijs. En nu, met één been in de zomervakantie, blijkt het onderwijs qua studielast dus niet goed in elkaar te zitten.
Verplichting
Het eerste jaar stonesonderwijs heeft overduidelijk veel gevraagd van alle betrokkenen. Daar heeft de commissie Eijkman ook wel begrip voor. ‘Maar dat ontslaat de HvA, de faculteit FDMCI en de opleidingen CO+CB niet van de verantwoordelijkheid om voor voldoende studielasturen te zoeken.’
‘Het College van Bestuur betreurt dit: de studielast moet zo snel mogelijk gecorrigeerd worden’
In 2022, vóór de start van het stonesonderwijs, stipte de deelraad van FDMCI al aan dat het niet duidelijk was hoe de studielast was opgebouwd. Binnen CO+CB was het verschil tussen de wettelijk verplichte en werkelijke studiebelasting ‘al aangekaart als aandachtspunt’, volgens de commissie Eijkman. December 2022 stond het op de actiepuntenlijst van de opleidingsmanagers, maar uiteindelijk werd er te weinig met dat punt gedaan. En dus voelde de klokkenluider zich genoodzaakt het punt op de agenda te zetten van het HvA-bestuur.
Corrigeren
Jopie Nooren, voorzitter van het College van Bestuur, reageert in het bericht van de HvA als volgt op het rapport: ‘De opleidingen hebben veel geïnvesteerd in de kwaliteit, maar niet aantoonbaar onderbouwd hoe de studiebelasting in verhouding staat tot de studiepunttoekenning.’
‘Dit betreurt het College van Bestuur en dit moet zo snel mogelijk gecorrigeerd worden. De decaan (Frank Kresin, red.) krijgt de opdracht om te zorgen dat de opleidingen aantoonbaar en navolgbaar de studiebelasting in lijn brengen met de toegekende studiepunten. We gaan alle aanbevelingen uit het rapport uitvoeren.’
Die aanbevelingen? De studielast moet beter worden verantwoord. Ook stelt de commissie voor de aanwezigheid van studenten te stimuleren of zelfs te verplichten. De HvA moet bovendien nagaan hoe studenten de komende studiejaren gecompenseerd kunnen worden ‘voor eventuele deficiënties die zijn ontstaan door te geringe studiebelasting op niveau 1 en 2 van het stones-onderwijs.’
Voor volgend jaar worden concrete verbeteringen voorzien, meldt het rapport. Maar wanneer de studielast precies zal zijn hersteld, is volgens een woordvoerder van de HvA nog niet te zeggen. ‘Daarvoor is zorgvuldigheid en betrokkenheid van diverse collega’s nodig, die nu met vakantie zijn.’