‘De HvA heeft geen banden in onderzoek met Israëlische instellingen’
De HvA publiceerde dinsdag een verklaring over de grote zorgen over Gaza die leven bij het bestuur. Waarom is dit statement nu gemaakt? Een opmerkelijk punt zat in de opmerking over vreedzaamheid en respect. Staat dat onder druk? HvanA vroeg het aan rector Geleyn Meijer.
Het College van Bestuur en de decanen van de HvA maken zich zorgen over de aanhoudende gewelddadige situatie in Israël en Gaza, en de impact daarvan op mensen. In een verklaring schrijven zij empathie te hebben voor alle slachtoffers van oorlog, en de betrokkenheid van HvA'ers. Er is begrip voor demonstraties die pleiten voor het verbreken van banden met Israëlische instellingen. Maar er is ook een oproep voor respectvolle discussie.
Wat was de reden dat er nu een verklaring is over de situatie in Gaza. Heeft het te maken met de protesten bij de Universiteit van Amsterdam?
‘Dat was niet de hoofdreden. We voeren geregeld gesprekken, waaruit blijkt dat er grote zorgen leven. Dat gaat ook over angst, over de oorlog, en over het toegenomen gevoel van onveiligheid hier. Ik heb wakker gelegen van de verharding van de discussie en radicale standpunten die worden ingenomen. Dan is geen respectvol gesprek meer mogelijk en dat bedreigt de vrijplaats die we voor debat en kennisuitwisseling moeten zijn. Bij de UvA is het zover gekomen dat die vrijplaats zelfs twee dagen dicht is gegaan.’
Begin dit jaar is aan het bestuur per brief gevraagd om in actie te komen en banden door te snijden met Israëlische instellingen. Dat heeft u niet gedaan, toch?
‘Dat klopt. We kregen die brief van Dutch Scholars for Palestine, maar we hechten natuurlijk ook belang aan wat al onze studenten en medewerkers ervan vinden. Dat doen we ook als het bijvoorbeeld gaat over hoe samen te werken met de fossiele industrie. Bovendien, er zijn instellingen, studenten en medewerkers in Israël die zich tegen de oorlog verzetten, die verdienen eerder steun dan een boycot.’
Kan de HvA eigenlijk in de praktijk wel wat doen voor de slachtoffers van deze oorlog?
‘Er is ook gevraagd om Palestijnen te steunen om hun onderwijs weer op te bouwen en Palestijnse studenten en wetenschappers te helpen. Dat vind ik zondermeer een sympathiek idee, daar moeten we zeker naar kijken. Het is echter niet zo dat we daar een zak geld voor hebben liggen, dus dan moeten we zien of we middelen kunnen vrijmaken. Dat is een keus die we samen maken met de HvA-gemeenschap.’
‘Alle partners waar we mee samenwerken staan publiekelijk op onze site’
Maar goed, even terug naar die banden. Welke banden heeft de HvA met Israëlische instellingen?
‘Alle partners waar we mee samenwerken staan publiekelijk op onze site. De HvA heeft geen onderzoeksbanden met Israëlische instellingen. Je moet wel verschil maken tussen universiteiten en hogescholen. Universiteiten doen veel onderzoek waarbij samenwerkingen normaal zijn. Bij hogescholen gaat het meestal om uitwisselingsprogramma's van studenten, en die hebben wij ook, die staan online. Het gaat er vooral om, dat wij met onze HvA-gemeenschap bepalen wanneer een verband, ook een toekomstig mogelijk verband, wel of niet gewenst is.
En over persoonlijke contacten die studenten of medewerkers hebben met mensen in Israël gaan wij niet.’
De Hogeschool Rotterdam maakte gisteren bekend dat ze met één Israëlische partneruniversiteit de samenwerking verbreekt, omdat die botst met hun integriteits- en gedragscode.
‘Dat weet ik, maar ik ken de afwegingen van Rotterdam niet inhoudelijk. Met een andere Israëlische universiteit blijft de samenwerking wel bestaan. Het zou goed zijn om een deep dive te doen naar alle instellingen. Ik pleit er wel voor om dat landelijk te doen én breder te trekken dan alleen Israël. Want het is verstandig dat hogescholen en universiteiten op hoofdlijnen over dezelfde informatie beschikken. En dan kunnen besluiten over samenwerken nog per school verschillen, want schoolgemeenschappen verschillen.’
In de verklaring staat dat u met de Centrale Medezeggenschap in gesprek gaat over hoe de HvA activiteiten en de dialoog kunnen faciliteren. Is dat niet rijkelijk laat?
‘We spreken er wel al wat langer over, maar inderdaad, de tijd dringt. We moeten snel handelen. Daarom gebruiken we het model van townhalls. Daar hebben we goede ervaringen mee met het bespreken van de samenwerking met de fossiele industrie.’
De kritiek daarop is dat het nutteloze, zalvende afvink-bijeenkomsten zijn.
‘Ik denk dat er gerefereerd wordt aan het gesprek dat we in november via de dialoogtafel hebben gevoerd. Ik las het in een opiniestuk op HvanA, goed en waardevol artikel. Maar misschien is zalvend wel een geuzentitel: mensen komen nader tot elkaar, het kan leiden tot begrip. In elk geval tot kennisnemen van elkaars standpunt. Het is geen kwestie van eisen stellen.’
En gewoon een echt debat, kan dat niet?
‘Ja, natuurlijk. We pakken het debat en gesprek samen met de Centrale Medezeggenschapsraad op, zoals gezegd. Dit zou ook heel goed bij ons platform van Floor passen.’
Moet de HvA niet gewoon zeggen: we doen niet aan politiek?
‘Dat was zes, zeven jaar geleden zo. Maar de HvA is niet meer alleen opleider voor een baan. We zijn een kennisinstituut en we moeten zorgen dat mensen zich verdiepen in een ander, en dat studenten goed geïnformeerd meningen kunnen vormen. Politiek gaat over keuzes maken, zoals wij met elkaar al deden in ons instellingsplan. De HvA is een vrijplaats om na te denken, dat is niet exclusief voor het bestuur. Het staat iedereen vrij om onderwerpen onder de aandacht te brengen, maar zoals ook in de verklaring staat: wel vreedzaam en met respect voor andere visies.’