HvA-voorzitter Jopie Nooren: ‘Onze prestatiemaatschappij zet jongeren klem’

20 december 2022
Beeld:

Christa Romp | Jopie Nooren, voorzitter van het College van Bestuur van de HvA

Geplaatst door
Benne van de Woestijne Irene Schoenmacker
Op
20 december 2022

Ongezond veel studenten dealen momenteel met mentale problemen. Daarom investeert de HvA miljoenen euro’s om te helpen bij klachten, weet CvB-voorzitter Jopie Nooren. Maar wordt de student er gelukkiger van? ‘Soms voelt het wel frustrerend: we doen echt veel om te helpen, maar het heeft niet altijd effect.’

Een populaire volksmythe in Nederland luidt dat je studententijd ook wel de gelukkigste periode van je leven is. Vrijheid en blijheid tekenen dat verhaal; niet stress en prestatiedruk, laat staan mentale problemen of een hardnekkig virus uit China.

 

Maar anno 2022 is de term ‘pechgeneratie’ ingeburgerd, hebben veel studenten eenzaamheid gekend en heeft corona de nodige mentale klappen aan ze uitgedeeld. Studentenwelzijn is plots een doel geworden met ‘de hoogste prioriteit’, zoals de HvA in het instellingsplan schrijft. Met veel studenten gaat het gewoonweg te slecht, en daar wil de hogeschool wat aan doen. Maar hoe pak je dat aan? 

Beeld: Christa Romp | Jopie Nooren, voorzitter van het College van Bestuur

Aan HvA-voorzitter Jopie Nooren de taak die handschoen op te pakken. Zeker, in haar studententijd, in de jaren ’80, ‘hadden jongeren ook wel stress’. Nooren blikt terug: ‘Er was namelijk geen werk te vinden. En toen ik in 1989 opnieuw ging studeren, werd de tempobeurs ingevoerd, een voorloper van het bindend studieadvies. Toen was het volgens mij wel echt gedaan met de studentencultuur van vrijheid, blijheid.’

 

Toch is dat niet te vergelijken met nu, ziet de voorzitter van het College van Bestuur. ‘Jongeren voelen zich machteloos over de grote problemen in de wereld die er momenteel zijn, denk ik. Daarnaast stellen ze enorme eisen aan hun eigen leven. Ze willen én hoge cijfers halen, én een bestuursjaar doen, en moeten van zichzelf simpelweg op alle vlakken excelleren. Ik kan me niet herinneren dat dat in mijn studententijd zo was.’

 

Was die druk er vroeger dan niet?

‘Ik heb toch het idee dat we vroeger dachten: als je hard werkt, dan komt het allemaal wel goed. Het is eigenlijk heel dubbel. Nu is de arbeidsmarkt namelijk juist heel goed. Er is ontzettend veel werk te vinden, wat onze studenten dus een geweldige uitgangspositie biedt in de maatschappij. Maar ze beleven het in een wereld die hun welzijn ontzettend beperkt.’

 

Volgens het Trimbos-instituut kampte maar liefst twaalf procent van de studenten vorig jaar met ernstige mentale problemen. Inmiddels zou 44 procent psychische klachten hebben. Maakt u zich als hogeschoolbestuurder zorgen?

‘Ja, en wel op twee manieren. Ten eerste heeft het direct effect op hoe studenten hun opleiding doorlopen, hun studiesucces. Want wil je goed kunnen studeren? Dan moet je mentale vrijheid in je hoofd hebben. Daar ben ik van overtuigd.’

‘Wie legt de lat tegenwoordig zo hoog? Doen wij dat als hogeschool, of doen studenten dat niet ook vooral zelf?’

‘Maar ik maak me voor deze jonge mensen ook zorgen over de effecten op de langere termijn. Wie op jonge leeftijd overspannen raakt of dergelijke zware klachten ervaart, heeft namelijk grote kans de rest van het leven kwetsbaar te zijn. Waren het vroeger volwassenen die overspannen raakten, nu gebeurt het op steeds jongere leeftijd. Onze prestatiemaatschappij zet jongeren klem.’

 

U benoemt een aantal factoren in de wereld die bijdragen aan stress en druk onder studenten. Draagt de hogeschool daar ook aan bij, die prestatiedruk?

‘Nou, ja, een student moet natuurlijk zijn vakken halen. Maar dat is niet anders dan tien jaar geleden. Veel studenten hebben nu te maken met financiële onzekerheid, dat speelt nu ook. Als het gaat om prestatiedruk, is de vraag ook: wie legt de lat tegenwoordig zo hoog? Doen wij dat als hogeschool? Of doen studenten dat niet ook vooral zelf? Als je onderzoeken erop naslaat, zie je dat studenten ook voor zichzelf en onderling heel veel druk creëren.’

 

Uit de HvA-enquête van vorig jaar blijkt dat zes op de tien studenten regelmatig tot altijd negatieve stress ervaart in hun studie. Er gaat dus ook op de HvA iets niet goed.

‘Het gaat zeker niet met alle studenten goed. Maar kunnen wij als hogeschool al die klachten wegnemen? En zo ja, hoe? We bieden namelijk echt veel hulp aan. Maar met alle investeringen die we doen, is nog niet gezegd dat alle zorgen van studenten weg zijn.’

Magazine over studentenwelzijn

Dit interview verscheen ook in de papieren Winterspecial van HvanA, die in de wintermaanden op de campus wordt uitgedeeld. In het magazine wordt volop aandacht besteed aan geld en geluk van studenten, met verhalen over de rol die de HvA in dat alles speelt. Het wordt vanaf 20 december 2022 op de campus uitgedeeld. 

‘Het voelt wat dat betreft soms ook wel frustrerend. We investeren echt veel geld en mankracht in studentenwelzijn. Maar als je dan vervolgens de resultaten van een welzijnsmonitor bekijkt, lijken je investeringen soms weinig effect te hebben gehad.’

 

‘Ik vind hoe dan ook dat wij alles moeten doen in ons vermogen om stress te verminderen. Dat kan door met studenten in gesprek te gaan, of via onderzoek. Zo doet Abdelhamid Idrissi, onze Professor of Practice, nu onderzoek naar wat uitval van studenten in het eerste jaar kan voorkomen.’

 

Een stressfactor die de HvA wel in stand houdt, volgens studentenbonden, is het bindend studieadvies (bsa). Zij vinden dat instellingen deze strikte puntennorm moeten afschaffen. Hoe staan jullie daarin als bestuur?

‘Wij willen gaan experimenteren met het bsa. Daarom willen we komend studiejaar beginnen met een paar pilots. Zo willen we vanaf 2023/24 bij sommige opleidingen met een tweejarig in plaats van eenjarig bindend studieadvies gaan werken. Een ander plan is om het bsa te vervangen voor een “dringend studieadvies”.

‘We willen het bindend studieadvies niet afschaffen, maar wel met andere vormen gaan experimenteren’

‘Maar we gaan het bsa niet zomaar afschaffen. Het is heel makkelijk om te zeggen: we schaffen het strikte advies meteen af. Maar wij vinden het daar nog te vroeg voor. Natuurlijk levert het bsa sommige studenten stress op, maar weer anderen hebben er baat bij: die gaan juist beter presteren van een bsa.’

 

‘Dus ja, wat als we er dan over twee jaar achter zouden komen dat studenten helemaal niet met afschaffing van het bsa geholpen waren? Ik zou graag met de bonden in gesprek willen over hun kritiek. Zelf willen wij eerst de voorwaarden goed hebben. Zo moet bijvoorbeeld de kwaliteit van de begeleiding van studenten eerst op orde zijn.’

 

Sinds corona is veel extra geld vrijgekomen voor de HvA om te investeren in studentenwelzijn. Maar hoe weet u zeker dat studenten ermee geholpen zijn, en die investeringen dus effectief zijn?

‘Ja, dat is ingewikkeld. We houden als HvA goed bij welk geld we inzetten voor studentenwelzijn en waar we dit aan besteden. Maar of al die investeringen ook daadwerkelijk impact hebben op het welzijn van studenten? Je hoopt met alles wat we doen dat het tot een verbetering leidt, maar ik durf mijn hand er niet voor in het vuur steken.’

 

‘Wel zien we al dat bepaalde projecten als positief worden ervaren. Zo hadden we een project waarbij eerstejaarsstudenten begeleiding kregen van vierdejaars. Dat bleek ze erg goed te bevallen. Komend jaar gaan we dit dan ook op een rijtje zetten: welke activiteiten en middelen zijn succesvol geweest, welke niet? Dan krijgen we zicht op wat goed werkt voor het welzijn van studenten.’ 

 

Bent u blij met al die extra miljoenen euro’s voor studentenwelzijn?

‘Ja. Het laat zien dat studenten er niet in hun eentje voorstaan. Bijdragen aan het welzijn van studenten is echt een onderdeel geworden van onze rol als hogeschool. Dat was al zo, maar nu nog veel meer. Kijk maar naar alle vertrouwenspersonen, psychologen en andere vormen van begeleiding die we nu op de campus hebben.’

 

‘Het welzijn van jongeren is de afgelopen jaren flink aan de orde gekomen. Het lijkt daarmee wel wat normaler te zijn geworden om te kunnen zeggen dat je je even akelig voelt. Ook als student. Misschien is daarmee een basis geschept om het eerlijke gesprek over onszelf te voeren. Wat dat betreft heeft de coronatijd ons wellicht ook iets positiefs opgeleverd.’