Een eigen thuis, een plek op het balkon? Onderzoekers missen contact in het JMH

18 november 2022
Beeld:

Rosa Tromp

Geplaatst door
Benne van de Woestijne
Op
18 november 2022

In het nieuwe Jakoba Mulderhuis hebben onderzoekers niet langer hun eigen werkplek. Maar een groep onderzoekers baalt daarvan en wil de eigen stek terug. De verbinding ontbreekt nu namelijk, zeggen ze, met het gebouw en elkaar. ‘Mijn werkplezier lijdt hieronder’. 

Wat heeft een HvA-medewerker nodig om zich prettig te voelen, verbinding met collega’s te ervaren, kortom: graag voor het werk naar de hogeschool te komen?

 

Die vraag leeft nu binnen de Faculteit Techniek. Sinds de verhuizing naar het Jakoba Mulderhuis geeft een groep onderzoekers aan zich niet thuis te voelen in het nieuwe gebouw, en daardoor minder werkplezier te ervaren. De belangrijkste reden? Ze missen hun ‘eigen werkplek.’

 

Een gevoel van thuis

Een van die onderzoekers is Susanne Balm, projectleider in het lectoraat City Logistiek. Balm is allereerst positief: de voordelen van het JMH zijn namelijk overduidelijk, stelt ze.

 

‘Het is prachtig dat we nu op de Amstelcampus zitten, dicht bij de andere faculteiten. Een mooie plek om bedrijven en andere mensen uit te nodigen en waar je allerlei studenten en medewerkers tegenkomt.’

‘Een van de lessen die ik uit corona heb getrokken, is dat ik graag mijn collega's op het werk tegenkom’

Maar volgens Balm ontbreekt het aan contact tússen onderzoekers. ‘In het nieuwe gebouw hebben we niet langer onze eigen plek. En dat voelt gek. Als onderzoekers zitten we nu naast docenten, maar dat maakt je nog geen team. De echte samenwerking tussen onderzoekers ontbreekt daardoor. Veel collega’s werken liever thuis.’

 

Interactie staat juist centraal

Waarom hebben de onderzoekers eigenlijk geen eigen werkplek? Wat is daar de meerwaarde van? Het heeft te maken met het zogeheten Activiteit Gerelateerd Werken (AGW) op de HvA. 

 

Dat houdt in dat werkruimtes niet langer ingericht zijn op een type medewerker, maar voor een activiteit. Zo kun je in het JMH plaatsnemen in ‘ruis-, bruis- of rustruimtes.’ Al die ruimtes bieden je waar je qua werk behoefte aan hebt, zoals geconcentreerd werken, of een druk overleg. En iedereen kan er plaatsnemen: zo staat ‘de interactie tussen medewerker, docent en student centraal’, meldt de HvA op haar site. Ook wordt zo ruimte bespaard (zie kader). 

Efficiƫnter en beter

Vijf jaar geleden beschreef de HvA in haar hernieuwde visie op huisvesting dat er een ‘efficiëntieslag’ gemaakt moest worden in het ruimtegebruik. Gemiddeld stond 59% van de werkplekken namelijk leeg, in 2017.

 

De HvA wilde af van dat systeem, waarbij je iedere medewerker een vaste werkplek biedt. Ruimtes moesten voortaan voor iedereen te benutten zijn. ‘Zo wordt minder ruimte gebruikt terwijl meer kwaliteit kan worden geboden’, oppert de visie.

 

Ook vindt er zo meer kruisbestuiving plaats tussen docenten, onderzoekers, studenten en bedrijven, is het idee. Wel is het ‘voor medewerkers onderling van belang dat zij elkaar kunnen ontmoeten en een plek hebben waar zij zich thuis voelen’, zo staat in de huisvestingsvisie beschreven.

Minder sociale cohesie?

Maar medewerkers ervaren dat systeem niet altijd als even prettig, blijkt uit onderzoek. Lisette Klok, docent-onderzoeker Klimaatbestendige Stad, is ook nog niet op haar plek. ‘Contact met mijn collega-onderzoekers, ook van andere lectoraten, is wat ik nu ontzettend mis.’

 

‘Een van de lessen die ik uit corona heb getrokken, is dat ik graag mijn collega's op het werk tegenkom’, vertelt Klok. ‘Maar in het JMH ontmoet ik hen nu veel minder, waardoor ik niet opvang waar zij mee bezig zijn. De samenwerking wordt minder, mijn werkplezier lijdt daaronder. Ook kan het soms lastig zijn je concentratie te vinden in een ruimte waar ook docenten en studenten aanwezig zijn. Daar heerst toch een andere cultuur.’ 

 

Zorgen zijn bekend 

Wat kan er voor deze onderzoekers worden gedaan? De Faculteit Techniek heeft inmiddels een zogeheten ‘Kernteam Landing JMH’ opgericht, om iedereen zo goed mogelijk te helpen na de verhuizing. De zorgen van de onderzoekers zijn bekend, vertelt Esther Ras, decaan van de Faculteit Techniek.

 

‘We hebben tot 1 november alle feedback en opmerkingen opgevangen. Nu gaan we daarmee aan de slag, al zullen we tot de zomer nodig hebben om met iedereens wensen rekening te houden. Wel staat het welzijn van de medewerkers natuurlijk hoog op mijn lijstje.’

 

Niet langer exclusief

Een eigen, exclusieve werkplek krijgen de onderzoekers echter niet terug, verzekert Ras. ‘Niet alles kan’, vertelt ze.

 

‘Onderzoekers kunnen elkaar nu treffen op de 13e verdieping, een plek voor het Kenniscentrum Techniek. En iedereen kan elkaar verder ontmoeten op alle andere verdiepingen. Maar we gaan niet terug naar een systeem waarbij iedere medewerker een eigen werkplek heeft, laat dat evident zijn. Dat levert namelijk een scheiding op tussen onderzoek en onderwijs, en dat is juist niet wat we willen.’

‘Je kunt het gebouw hier niet de schuld van geven: er staat onderzoekers niets in de weg om met elkaar af te spreken’

Ras gaat de komende maanden kijken wat er nodig is om iedereen zich alsnog thuis te laten voelen. Maar onderzoekers moeten elkaar ook helpen, vindt ze. ‘Ik vind dat je het gebouw hier niet de schuld van kan geven. Het gaat er ook om hoe je hier als mens en collega mee omgaat. Er staat onderzoekers verder niets in de weg om met elkaar af te spreken.’

Ondertussen in Nijmegen: petitie tegen flexplekken

Ook op de Radboud Universiteit (RU) speelt dit onderwerp. In het nieuwe onderwijsgebouw dat het Spinozagebouw van de RU vanaf 2030 moet vervangen, moet het gros van de medewerkers op flexplekken gaan werken.

 

Medewerkers van de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen vinden dat een slecht plan. Zij zijn daarom een petitie gestart voor het behoud van vaste werkplekken in het nieuwe gebouw. Volgens de initiatiefnemers van de petitie ‘brengen flexwerkplekken de sociale cohesie en het welzijn van medewerkers in gevaar’, meldt Voxweb, dat onafhankelijk nieuws schrijft over de RU. De petitie is bijna 500 keer ondertekend. 

Vooralsnog blijft het pand echter opvallend vaak leeg. Ziet de decaan dat ook? ‘Zeker op vrijdagen is er inderdaad bijna niemand in het gebouw. We moeten de komende maanden dus uitvogelen met elkaar hoe we de ruimte hier beter benutten, én ervoor zorgen dat iedereen hier een prettige werkomgeving ervaart.’

 

Lisette Klok ziet dat de faculteit oplossingen zoekt. Wel hoopt ze maar dat er snel iets gebeurt, om de verbinding tussen onderzoekers weer te verstevigen. ‘Nu is het onderzoek verdampt over het hele gebouw. Ik denk dat de HvA op den duur gaat inzien dat het onderzoek zelf hieronder gaat lijden. Een oplossing is dus nodig.’