Sofia studeert – maar laat nu eerst haar wonden helen
Dat Sofia Sabbar (25, Pedagogiek) op de HvA studeert is niet vanzelfsprekend. Ze heeft namelijk sinds kort een verblijfsvergunning. Voor HvanA schreef ze over haar strijd om te mogen leren, en haar ervaringen nu dat eindelijk mag. Dit is haar laatste column.
Vorige week werd ik huilend wakker van een nachtmerrie. Ik droomde dat ik een onvoldoende had voor een herkansing en als gevolg mijn propedeuse niet had gehaald. ‘Dit kan niet. Ik kan niet nóg een jaar verliezen!’, riep ik in mijn droom uit.
In mijn verstorende dromen word ik niet achtervolgd door zombies of clowns. Nee, in mijn ergste nachtmerrie haal ik een onvoldoende. Ik ben geen psycholoog, maar ik heb een vermoeden dat deze nachtmerrie het gevolg is van een traumatische gebeurtenis. Een pijnlijke gebeurtenis die ik dacht te kunnen genezen met een studie aan de Hogeschool van Amsterdam als grote pleister op de wond.
‘Ik heb dit hele studiejaar geprobeerd een open wond te bedekken met zaken die een afleiding waren’
Als de bliksem kwam ik overeind en dronk ik wat water uit het flesje op mijn nachtkasje. Het verkoelende water was voldoende om mijn lichaam te kalmeren, maar dat berustende gevoel duurde niet lang. Want de volgende dag kwam mijn grootste nachtmerrie uit: ik had een 1 voor mijn herkansing.
Hoe kan dit? Heb ik per ongeluk het verkeerde verslag ingeleverd? Ik downloadde een paar keer het feedbackdocument en elke keer weer stond daar toch echt een 1 als cijfer voor mijn verslag. Wanhopig schreef ik een mail naar mijn docent. Correctie: ik schreef drie mails naar mijn docent.
Wachtend op een antwoord, word ik met mezelf geconfronteerd: ‘Waar ben ik nou eigenlijk mee bezig? Ik wil toch niet aan het einde van mijn leven denken dat ik keihard gewerkt heb om te bewijzen dat ik goed genoeg ben – en nooit echt heb genoten van het leven?’
Anderhalf uur later – wat voelde als een eeuwigheid - kreeg ik een antwoord op mijn bericht: ‘NEE, dat klopt niet. Ik heb het verkeerde formulier geüpload. Excuus voor de hartverzakking’, schreef mijn docent terug. Mijn cijfer na de herkansing: een 9, maar blij was ik niet. Ik realiseer mij nu – aan het einde van mijn eerste studiejaar – dat het propedeusediploma niet als pleister mijn wond heelt en dat ik dit hele studiejaar heb geprobeerd om een open wond te bedekken met zaken die een afleiding waren: masterclasses volgen, tienen voor tentamens halen én vooral heel erg druk zijn.
Een open wond blijft een open wond of gaat zelfs ontsteken als je het niet goed verzorgt. Komend studiejaar ga ik daarom niet studeren, maar mijn wond(en) helen voor ze gaan ontsteken.
Fijne zomer!