Raúl rommelt – en vindt dat kunst de fantasie tekortdoet

30 mei 2022
Beeld:

Daniël Rommens

Geplaatst door
Raúl Inzaurralde
Op
30 mei 2022

Raúl Inzaurralde is SIS-specialist op de HvA. Naast die zeer opgeruimde kantoorbaan rommelt hij wat aan in het leven en daarover schrijft hij voor HvanA. Deze week claimt hij dat kunstenaars zich vooral niet moeten bemoeien met zijn eigen fantasie.

Ik ben op vakantie geweest in Griekenland en dat betekent dat ik weer ben doodgegooid met het verleden. ‘Hier, op deze weg’, zei de gids eerbiedig, ‘heeft de grootse filosoof Aristoteles gelopen’. So what, dacht ik; nu loopt hij hier niet meer. Ik zie hier überhaupt bar weinig filosofen rondlopen, alleen maar toeristen.

 

‘Hier in deze tempels’, vervolgde de gids vol ontzag, ‘woonden volgens de oude Grieken hun goden.’ Ik zag alleen een paar op elkaar gestapelde stenen waar al heel lang geen goden meer moeten hebben rondgehangen, want het zag er niet uit. Een ‘fetisj’ is volgens het woordenboek een voorwerp van ziekelijke verering. Daaronder valt wat mij betreft evengoed een standbeeld van Afrodite als een smartphone. 
 
De eerste keer dat iemand mij vertelde over de godin van de liefde had ik mijzelf daar een nogal kleurrijke voorstelling van gemaakt. Helaas is die nu verloren gegaan, omdat ze is verdrongen door al die uit ijskoud marmer gehouwen standbeelden in schoolboeken en musea. Waarom hebben zij meer bestaansrecht dan mijn fantasie? Wat dat betreft geef ik de voorkeur aan andere religies, waar heiligen niet mogen worden afgebeeld, zodat er in ieder geval nog iets wordt overgelaten aan de menselijke verbeelding.

‘Ik vind dat ik recht heb op mijn eigen denkbeelden en dat zij de enige geoorloofde vorm zijn van privé-bezit’

Ik vind dat ik recht heb op mijn eigen denkbeelden en dat zij misschien wel de enige geoorloofde vorm zijn van privébezit. Waarom zou een andere sterveling voor mij mogen bepalen hoe mijn God eruitziet? Ik geef daar liever zelf invulling aan en vind al die bedrijvige kunstenaars maar opdringerig.
 
De Akropolis is niet langer het huis van de goden en het zijn niet eens dezelfde tempels als destijds, omdat ze door de eeuwen heen duizend keer zijn verwoest en herbouwd, zoals ook de Griekse vazen in het bijbehorende museum slechts replica’s zijn. Het zijn geen oorspronkelijke objecten meer, maar eerder concepten. Daarom is het absurd om ze als zodanig te bewonderen en kun je, als je toch wilt tijdreizen, dat beter in gedachten doen. Ik zit nu bijvoorbeeld achter mijn computer, maar ik hoef mijn ogen maar te sluiten en ik loop hand in hand met Aristoteles over de Akropolis, zoals ik mij dat zelf graag voorstel.
 
Ik heb besloten dat kunst een aanslag is op mijn verbeeldingskracht en dat ik mij er beter voor kan afsluiten en blijven dagdromen. Altijd beter dan een dagdroom is natuurlijk een mens van vlees en bloed. Daar zou Aristoteles het misschien ook wel mee eens zijn. Waar we van mening over zouden verschillen is dat een echt mens dan weer nooit privébezit mag zijn. Dat zou namelijk een nog ergere vorm van fetisj zijn: niet een object onterecht een ziel toeschrijven, maar iemand met een ziel tot object maken.