Sofia studeert – Zorgen maken zoals alleen moeders dat kunnen

27 oktober 2021
Beeld:

Daniël Rommens

Geplaatst door
Sofia Sabbar
Op
27 oktober 2021

Dat Sofia Sabbar (25, Pedagogiek) op de HvA studeert is niet vanzelfsprekend. Ze heeft namelijk sinds kort een verblijfsvergunning. Voor HvanA schrijft ze over haar strijd om te mogen leren, en haar ervaringen nu dat eindelijk mag. Deze week confronteert een vriendin haar met haar bescheidenheid.

Ik heb het de afgelopen weken extreem druk gehad met het schrijven van verslagen, voorbereiden voor tentamens en het maken van huiswerk. Voordat ik het wist, had ik een paar van mijn beste vriendinnen al twee maanden niet gezien.

Ik ging compenseren door op straat te lopen met een pijnlijk brede glimlach

Om weer even gezellig bij te kletsen ging ik met een vriendin mee naar haar kappersafspraak in Rozendaal. Dat is ongeveer anderhalf uur rijden. Genoeg tijd dus om op te laden, maar vooral ook genieten van even niks doen.

 

In de auto begon ik zonder enige structuur te vertellen over mijn eerste weken hier op de HvA. Toen ik was uitgekletst keek mijn vriendin mij strak aan en vroeg beledigd waarom ik me nog steeds gedraag alsof ik er niet mag zijn. Ze stelde de vraag zoals alleen bezorgde moeders dat kunnen. Het was alsof ze mijn onzekerheid direct herkende.

 

Ik dacht meteen: ik mócht er jarenlang niet zijn, dus het duurt even voor je dat afleert. Al wisten we allebei dat het meer was dan alleen het gemis van een verblijfspas dat mijn onzekerheid en nederige houding heeft veroorzaakt.

Beeld: Daniël Rommens

Nadat ik twee jaar geleden besloot om een hoofddoek te dragen, voelde ik dat ik iets goed te maken had. Ik ging compenseren door op straat te lopen met een pijnlijk brede glimlach. Zelfs mijn manier van praten veranderde. Geloof het of niet, maar met een hoofddoek op ben je veel minder goed te verstaan. Ik roep nu minstens twintig keer op een dag ‘sorry’. En boos worden doe ik al bijna twee jaar niet. De angst om gelabeld te worden als agressieve allochtoon neemt het elke keer weer over. Boos worden mag ik alleen tegen de boze islamitische man met een baard die mij onderdrukt.

 

Ik wierp een blik op de groeiende buik van mijn vriendin en besefte dat ik niet de enige ben om wie zij zich zorgen maakt. Over een paar weken gaat ze bevallen van een meisje. Een Marokkaans moslimmeisje. Voordat het zelfbeeld van haar dochter is ontwikkeld, zal de rest van Nederland haar bombarderen met etiketten die altijd meer voor haar zullen bepalen dan haar eigenheid met alle menselijke talenten en temperamenten. Net als ik, zal ze er snel achter komen met welke eigenschappen ze wel welkom is in dit land en met welke niet.

 

‘Soof, alsjeblieft. We zijn zó veel meer dan braaf. Laat je woede een kracht zijn voor verandering’, fluisterde ze zoals alleen moeders dat kunnen.