Sofia studeert – De échte inburgering op de HvA

15 september 2021
Beeld:

Daniël Rommens

Geplaatst door
Sofia Sabbar
Op
15 september 2021

Dat Sofia Sabbar (25) op de HvA studeert is niet vanzelfsprekend. Ze heeft namelijk pas sinds kort een verblijfsvergunning. Voor HvanA schrijft ze over haar strijd om te mogen leren, en haar ervaringen nu dat eindelijk mag. Deze week leert ze hoe je moet klagen.

Op de middelbare school werd ik de verkaasde Marokkaan genoemd. Een benaming voor een allochtoon met Marokkaanse roots die net iets té veel is geïntegreerd in de Nederlandse samenleving. Volstrekt ironisch aangezien ik de jaren daarop voor de rechtbank zou moeten onderbouwen dat ik Nederlands genoeg ben om hier te mogen blijven. Een verblijfsvergunning voelde als een officiële erkenning. 

 

Toen een aantal weken geleden een uitnodiging van de gemeente voor een inburgeringscursus op de deurmat viel kon ik mijn lach niet inhouden. Wat een belediging! ‘Zal ik voor de grap gaan en zelf voor de klas staan?’, vroeg ik mijn zusje.

Beeld: Daniël Rommens

Maar mijn vertrouwen in mijn Nederlands zijn is deze week flink geschaad. In mijn eerste week op de Hogeschool van Amsterdam gebeurde er iets heel vreemds. Het gevoel van desoriëntatie, lichte geïrriteerdheid en onbegrip over het gedrag van mijn medestudenten liet me voor het eerst in Nederland een cultuurschok ervaren. Ik wist niet dat dat nog mogelijk was.

 

Op weg naar mijn hoorcollege kwam ik twee medestudenten tegen. ‘Waarom moeten we een mondkapje dragen?’, klaagde een van de meisjes geïrriteerd. ‘Ja, woellah. Ik snap het ook niet’, hoor ik haar vriendin reageren.

 

‘Huh, check dit. Er staat dat je niet met de lift naar beneden kan gaan. Wat is dat nou weer voor onzin’, jammerde een jongen naar zijn vrienden. ‘Meester, u gaat echt veel te snel. Kunt u rustiger praten?’, riep een eerstejaarsstudent van achterin de collegezaal.

 

Ik heb voor het eerst in twintig jaar, óp de HvA, kennis gemaakt met de Nederlandse klaagcultuur. Ik heb mij nog nooit zo alien gevoeld. De afgelopen weken heb ik mijn best moeten doen om me stil te houden. Het liefst wilde ik ze overtuigen dat het een privilege is dat wij hier vandaag door deze schoolgangen mogen wandelen. Dat onderwijs volgen niet voor iedereen een recht is. Oké, het weer zit niet altijd mee, maar we hebben het als klein landje krankzinnig goed.

Oké, het weer zit niet altijd mee, maar we hebben het als klein landje krankzinnig goed

Ik wilde ze helpen herinneren aan de maandelijkse studiefinanciering die ze op hun bankrekening ontvangen. Aan de OV-chipkaart voor studenten in hun portemonnee. De gratis mondkapjes en zelftests bij de ingang van het hoofdgebouw.

 

In plaats daarvan besloot ik de volgende dag op de HvA een start te maken aan mijn echte inburgeringscursus. Je bent als Marokkaanse moslima toch nooit helemaal geïntegreerd. Ik begon ‘s ochtends vroeg in de studeerruimte aan mijn praktijkopdracht: klagen.

 

‘Kan iemand mij alsjeblieft vertellen wie Brightspace heeft ontworpen? Ik moet honderd-en-een keer klikken voor ik kom waar ik wil zijn. Zo onoverzichtelijk!’, riep ik ineens uit het niets.

 

‘Ja! Ik snap er ook soms helemaal niks van’, antwoordde het meisje naast mij. ‘Enneh... hebben jullie al gehoord dat de herkansing van de deeltoetsen bestaat uit zestig vragen. Als je gemiddelde een onvoldoende is moet je twee toetsen herkansen. Dat is toch gek?’

 

‘Dat wist ik niet. Ik zal dit als klassenvoorzitter bespreken’, kreeg ik terug.

 

Klassenvoorzitter? Wat zijn we toch een heerlijk verwend volkje.