Terug in de tijd: zo zagen de HvA-campussen er vroeger uit

14 januari 2021
Beeld:

Daniël Rommens & Stadsarchief Amsterdam | De Wibautstraat toen en nu

Geplaatst door
Andrea Huntjens Daniël Rommens
Op
14 januari 2021

Door de jaren heen is de HvA uitgebreid naar alle uithoeken van de stad. Maar wat gebeurde er op die plekken voordat de hogeschool er neerstreek? En wat hebben flesjes bier, repen chocola en een treinstation daarmee te maken? We blikken terug op het pre-HvA-tijdperk.

Drukte op de Amstelcampus

De Wibautstraat was ook voor de komst van duizenden studenten al een bruisende plek. Op de plek van het Kohnstammhuis stond vroeger namelijk treinstation Weesperpoort, dat van 1843 tot 1939 gebruikt werd door de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij.

 
Het station was het eindpunt van de lijn naar Utrecht en vanaf 1881 ook van de Gooische stoomtram naar Hilversum. Die tram stopte in Diemen, Muiden, Naarden en Laren en was berucht, omdat-ie in de Amsterdamse straten nogal wat fietsers en voetgangers schepte. De twijfelachtige koosnaam van deze tramdienst was dan ook ‘De Gooische Moordenaar’.

Beeld: Daniël Rommens & Stadsarchief Amsterdam | Het busstation op de plek van het huidige Wibauthof

De laaggelegen spoorlijn naar Utrecht werd in de jaren dertig vervangen door sporen die op dijken waren aangelegd. Op die dijken werd het huidige Amstelstation gebouwd, dat de functie van het Weesperpoortstation overnam. In 1939 werd het station na bijna honderd jaar dienst gesloopt.


Tot 1994 werd het Kohnstammhuis gebruikt door de belastingdienst. Het Benno Premselahuis, dat voor de komst van de HvA het Singelgrachtgebouw heette, was een kantoorgebouw van de Sociale Verzekeringsbank. In de jaren tachtig kon je bijna ín de huidige hogeschool uitstappen; op de plek waar nu de Wibauthofspeeltuin ligt, was toen een busstation.

Beeld: Daniël Rommens & Stadsarchief Amsterdam | De Wibautstraat was altijd al druk.

Tappen in het Koetsier-Montaignehuis

Een betere manier om studenten te eren is er niet: de HvA vestigde zich eind vorige eeuw in een oude bierbrouwerij. De Amstelbrouwerij werd in 1870 gesticht aan de Mauritskade, en heette toen nog Beiersch-Bierbrouwerij De Amstel.

 

In 1968 nam concurrent Heineken de zaak over, en in 1982 werd de brouwerij aan de Mauritskade gesloopt. Alleen het hoofdkantoor staat er nog en dat is het huidige Koetsier-Montaignehuis. Inmiddels wordt ook Heineken niet meer in Amsterdam gebrouwen. De Heinekenbrouwerij aan de Stadhouderskade is er alleen nog als toeristische hotspot.

Beeld: Daniël Rommens & Stadsarchief Amsterdam | Het Koetsier-Montaignehuis huisvestte de voormalige Amstelbrouwerij.

Een balletje trappen bij het Dr. Meurerhuis

Zoals een echte sportcampus betaamt, ligt het Dr. Meurerhuis middenin een groot sportpark; Ookmeer. Het bestaat al sinds 1961. Daarvoor was de plek een plas in de Osdorper Binnenpolder, die niet in Amsterdam, maar in de toenmalige gemeente Sloten lag. In 1874 werd de polder drooggelegd.

 

Vanaf de jaren zestig lagen er vooral voetbalvelden in het park, maar inmiddels kun je er ook tennisen, hardlopen, beachvolleyballen, golfen of boogschieten. Het Dr. Meurerhuis, dat net als de straatnamen rondom het park is vernoemd naar beroemde Nederlandse sporters, is gebouwd in 2005.

Beeld: Daniël Rommens & Stadsarchief Amsterdam | De toegangsweg naar sportpark Ookmeer en het huidige Dr. Meurerhuis

Zwemmen naar de Fraijlemaborg

De Bijlmermeer was in de jaren zestig de wijk van de toekomst. Auto-, fiets- en voetgangerspaden lagen strikt gescheiden langs elkaar en zo zou de buurt een groene omgeving zijn zonder verkeer. Vanaf de jaren zeventig kwam er een metrolijn naar het Centraal Station. Het was dé wijk voor de moderne mens.

 

Maar de gezinnen die in de Bijlmermeer moesten gaan wonen, bleven weg. De wijk werd in de jaren zeventig vooral bekend vanwege sociale problemen.

 

Nog voor de Bijlmer een wijk was, lag er water. Het Bijlmermeer, dat in de dertiende eeuw bekend stond als het Bindelmeer, ontstond uit een aantal veenriviertjes. Door een aantal grote stormen werd het een plas en op die plek kwam de latere Fraijlemaborg.

Beeld: Daniël Rommens & Stadsarchief Amsterdam | De polder op de plek van de Fraijlemaborg

Turf steken bij het Nicolaes Tulphuis

De twaalfde eeuw na Christus. Amsterdam is nog geen stad en op de plek waar nu het Nicolaes Tulphuis staat, is een moeras. In die eeuw beginnen de inwoners met het droogleggen van de veengrond en ontstaan er boerderijen. 

 

De stad heeft brandstof nodig om huizen te kunnen verwarmen. In het begin stoken de bewoners vooral hout, maar dat is er niet genoeg. Daarom besluiten ze het drooggelegde veen, dat turf heet, op te stoken. Eeuwenlang voorzien turfstekers uit de polders de stad van de nodige brandstof.


Tot halverwege de vorige eeuw verandert er niet veel aan het landschap. En dan maakt de gemeente plannen voor de Bijlmermeer. Het gebied wordt een soort randgemeente van Amsterdam en er komen sportvelden, industriegebieden en woonwijken met hoge flats. En in die woonwijk moet ook een groot ziekenhuis komen: het Academisch Medisch Centrum (AMC). Daarnaast komt het Nicolaes Tulphuis.

Beeld: Daniël Rommens & Stadsarchief Amsterdam | Nicolaes Tulphuis

Sparen in de Leeuwenburg

Eind jaren negentig kwam de Hogeschool van Amsterdam naar het pand naast het Amstelstation. Maar ver voor die tijd huisde er een chocoladefabriek op de plek waar nu de faculteit Techniek is. In 1886 vestigde de Blookerfabriek zich aan de Weesperzijde 194 en de Omval. Deze bestond tot 1962. Nu herinnert alleen café Blooker, tussen het Amstelstation en de Leeuwenburg, nog aan de cacaofabriek.

 

Nadat de Blookerfabriek was gesloopt, bouwde de gemeente een enorm kantorenpand aan de Weesperzijde. Aanvankelijk heette het complex het Amstelcentrum, maar al voor de opening werd dit de Leeuwenburg. In de jaren zeventig vestigde de Postbank zich in het pand. Maar in de jaren negentig bleek het enorme gebouw te groot, en stond het grotendeels leeg. In 1998 verhuisde de HvA een deel van de opleidingen naar de Leeuwenburg.

Beeld: Daniël Rommens & Stadsarchief Amsterdam | De bouw van het kantoor van de Postbank: de Leeuwenburg

Voor de toekomst: het Conradhuis

Het nieuwe thuishonk van de faculteit Techniek staat nog in de steigers, maar we weten hoe het Conradhuis eruit gaat zien. En de bouw van het pand houden we uitgebreid bij. Vanaf september 2022 gaan, volgens de huidige planning, de eerste lessen in het nieuwe pand op de Amstelcampus beginnen.

Beeld: Daniël Rommens & HvA | Zo gaat het Conradhuis eruit zien.