De klas van Asis – Foute naam

16 september 2020
Beeld:

Lo Andela

Geplaatst door
Asis Aynan
Op
16 september 2020

Asis Aynan doceert aan de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening en schreef diverse boeken. Elke twee weken neemt hij je mee in zijn belevenissen, verwondering en plezier voor de klas. Deze week over de vele varianten op zijn voor- en achternaam. 

Feest, want dit collegejaar is mijn tiende op de hogeschool. Ik heb mij vanaf het allereerste begin ingeprent de namen van mijn studenten uit het hoofd te leren én op de juiste wijze uit te spreken. Wanneer ik een naam verkeerd uitspreek, bied ik mijn excuses aan. Altijd.

 

De studenten schrikken een beetje van die verontschuldiging, in de trant van: het geeft niet, meneer, het is maar een naam, hoor. Die onverschilligheid voel ik feilloos aan en ze is dikwijls gespeeld, want ik ben de zoveelste die van hun naam een Picasso maakt. Om niet te veel op hun naam te richten, zeg ik dan dat ik het ook fijn vind als mijn naam juist geschreven en goed uitgesproken wordt. Iets wat trouwens mijn hele leven misgaat.

 

(Wil je deze column liever luisteren? Klik dan op het audiofragment hieronder.)

Tuurlijk, soms is er onkunde, vermoeidheid of tijdsdruk. Zoals die ene keer dat ik na een boekeninterview op televisie afgekondigd werd als: Aysis Anan. Vervelend, maar kan gebeuren. Vervelender waren de pesterijen in mijn jeugd, als mijn naam verbouwd werd tot ‘aso’. Om nog maar de zwijgen over de beledigingen ‘poepchinees’ en ‘sjeik’. Er is zelfs een periode geweest dat er werd gezegd als ik langsliep: ‘Het stinkt naar zwart.’ Of toen een afdelingshoofd tijdens mijn stage het hilarisch vond om tegenover de hele vloer de ‘i’ uit mijn voornaam weg te vegen van het witte bord, waar onze aanwezigheid op stond. Het afdelingshoofd hinnikte dan als een paard van het lachen en hijgde: ‘Ass, er staat kont in het Engels.’ Iedereen dijenkletste mee.

De Hollandse namen waren correct in het spel verwerkt, de mijne natuurlijk niet

Het vervelendst zijn diegenen die worden aangesproken op hun gebrek aan belangstelling en dat vervolgens met klem ontkennen. Zo huurde onze opleiding een organisatie in om een online introductie-spel te maken voor onze eerstejaars. In de erg leuke game zochten de studenten bij een vraag drie docentnamen. De Hollandse namen waren correct in het spel verwerkt, de mijne natuurlijk niet.

 

Ik belde de club dat ik het onhebbelijk vond dat de studenten mijn naam fout moesten invullen. Later kreeg ik een stekelig excuusbericht. Het was een typo die ook bij een naam als Jansen kon gebeuren, maar mijn naam stond in het zogenaamde excuusbericht wederom verkeerd gespeld.

 

De organisatie verweet mij de volgende dag in een cc naar de directeur woede en een overgestoken lijn. Ik weet niet wat de club daarmee wilde bereiken, maar de tijd dat ik mezelf getemd terugvond in de hoek is voorgoed voorbij en dat is ook reden tot feest.