Passie: Ashraf speelt iedere dag bekende hits op zijn oed

15 november 2019
Beeld:

Suzan Stekelenburg

Geplaatst door
Esra Can
Op
15 november 2019

Waarvoor gaan HvA’ers écht door het vuur? Wat hebben ze over voor hun passie en wat moeten ze ervoor laten? Vandaag student Ashraf Hanouti (21, Bestuurskunde), die iedere dag oed speelt.

Terwijl zijn ouders naar de keuken lopen om water op te zetten voor thee, pakt Ashraf de oedEen oed is een snaarinstrument dat veel gebruikt wordt in muziek uit het Midden-Oosten. die tegen de leuning van de bank staat geparkeerd. In de sierlijke woonkamer met gouden accenten liggen de soesjes en kaasstengels al klaar op de salontafel. Zijn moeder zet een groot zilveren dienblad met verschillende smaken thee neer. Ashraf neemt plaats op de bank en legt het snaarinstrument op zijn schoot alsof hij elk moment kan beginnen met spelen.

‘Oed leren spelen zonder de techniek is als een taal leren zonder grammatica’

Ashrafs passie voor de oed begon toen hij nog in Syrië woonde. Vanaf zijn tiende ging hij drie dagen per week naar de muziekschool waar hij oed leerde spelen. ‘Vanwege de oorlog moest ik daar na vier jaar mee stoppen. De muziekschool ging dicht en sindsdien ben ik in mijn eentje aan het oefenen. Ik begon op internet verschillende noten te downloaden en die probeerde ik na te spelen. Toen merkte ik pas dat de oed echt een moeilijk instrument is om jezelf te leren. Vooral de techniek. Wanneer je zonder leraar oed leert spelen, leer je die techniek niet. Dan is het net alsof je een taal leert, maar zonder de grammatica’, vertelt hij.

Beeld: Suzan Stekelenburg

Naar Nederland zonder oed

Toen Ashraf zestien was kwam hij in zijn eentje naar Nederland zonder zijn oed. Hij begon al vrij snel vrijwilligerswerk te doen bij een stichting die ook muziekactiviteiten organiseerde. ‘Ik gaf er pianoles aan kinderen. Daar ontmoette ik iemand die een oed had, die ik van hem mocht lenen. Ik kon na een aantal maanden eindelijk weer oed spelen.’

 

‘Als ik niet bezig was geweest met het maken van muziek, was ik continu bezig geweest met nadenken over wat er allemaal gebeurd was, hoe het met mijn familie ging en hoe het nu zou zijn in Syrië.’ De muziek hielp Ashraf juist om uit die verdrietige setting te komen. Daarbij hielp het maken van muziek hem ook om zijn toekomst op te bouwen in Nederland. Hij leerde er veel mensen door kennen en hij leerde er mede de Nederlandse taal door. ‘Mijn eerste activiteit was bijvoorbeeld met Nederlandse muzikanten. Dan moet je wel Nederlands kunnen praten.’

‘Mijn vingers begonnen te tintelen wanneer ik mooie muziek hoorde’

Hij begon ooit met het spelen van traditionele Arabische muziek. Inmiddels combineert hij de Arabische klanken met westerse muziek. ‘Bijvoorbeeld hits als Havana of Despacito speel ik dan op de oed.’ Het combineren van westerse muziek met Arabische klanken is eigenlijk een weerspiegeling van Ashrafs leven. Oorspronkelijk komt hij uit Syrië, maar eigenlijk is hij Palestijns. Daarbij woont hij nu al een tijd in Nederland. Hij wil zichzelf geen Syriër, Palestijn of Nederlander noemen. Hij is het allemaal. Die drie werelden probeert hij te combineren tot één wereld, de wereld waar hij nu in leeft.

 

Pas in Nederland is Ashraf begonnen met het combineren van de twee muzieksoorten. Hij wilde meer mensen leren kennen en het liefst via muziek. ‘De Arabische muziek is anders dan wat de meeste Nederlanders gewend zijn, bijna niemand kende het.’ Toen hij met zijn traditioneel Arabische snaarinstrument westerse muziek begon te spelen, herkenden mensen de nummers en leverde dit hem hele leuke gesprekken en uiteindelijk zelfs vriendschappen op.

‘Heel veel mensen denken dat het Westen en het Midden-Oosten erg van elkaar verschillen en dat dat iets negatiefs is. Dat vind ik niet. Ik weet nog dat ik met vrienden in Giethoorn was en we daar een bootje hadden gehuurd. Ik had mijn oed meegenomen en toen ben ik bewust Arabische muziek van Fairouz gaan spelen. Ineens begonnen mensen uit andere bootjes mij te filmen en kreeg ik allemaal positieve reacties.’

 

‘Als ik op vakantie ga, kan ik mijn oed niet meenemen. Ik weet nog dat ik zonder oed in Tunesië was. Dat voelde heel raar. Af en toe begonnen mijn vingers zelfs te tintelen wanneer ik mooie muziek hoorde. Op een gegeven moment liep ik langs een café en daar zag ik toevallig iemand oed spelen. Toen dacht ik: weet je wat, ik ga gewoon vragen of ik een nummer mag spelen. Mijn oed is mij heel dierbaar. Zelfs wanneer ik na school thuis kom en veel honger heb, zet ik m’n spullen neer en loop ik gelijk naar mijn oed. Al is het voor twee minuutjes, ik moet gewoon eerst even spelen.’