Scheidend decaan Willem Baumfalk: ‘Omgaan met weerstand is een vak apart’

20 juni 2019
Beeld:

Daniël Rommens | Willem Baumfalk: ‘Ik ben een spiritueel bestuurder genoemd.’

Geplaatst door
Kyrie Stuij
Op
20 juni 2019

Decaan Willem Baumfalk (Faculteit Business & Economie) begint na de zomer aan zijn nieuwe baan als voorzitter van een scholengemeenschap in Kennemerland. De bestuurlijke ‘veteraan’ laat daarmee zeventien jaar HvA achter zich. Een gesprek over menselijkheid, weerstand en de toekomst van de hogeschool. 

Toen hij op 24-jarige leeftijd als trainer bij de Belastingdienst kwam werken in het Kohnstammhuis, had Willem Baumfalk vast niet gedacht dat niet alleen dit gebouw later een kenmerkend onderdeel zou worden van de HvA, maar ook hij zelf.

 

Want met zeventien jaar ervaring kun je je stempel wel drukken. Een korte samenvatting: Baumfalk begon in 2002 als directeur van de sociaal agogische opleidingen, werd later domeinvoorzitter van het Domein Maatschappij & RechtDe faculteiten van de HvA heetten destijds domeinen. Later is dat veranderd naar faculteiten. en begon in 2013 als decaan van de Faculteit Business & Economie.

 

Je kunt hem ook kennen als de decaan die de verhuizing van de economieopleidingen op de Amstelcampus naar de Fraijlemaborg moest doorvoeren. Of als de man die het aantal studieverenigingen behoorlijk wist te verhogen. 

 

Willem, van harte gefeliciteerd. Met welk gevoel vertrek je? 

‘Met een gevoel van weemoed en plezier. Ik kijk uit naar de nieuwe baan, maar ik laat na zeventien jaar veel achter: drie mooie blokken van ervaring en vooral de mensen met wie ik heel graag samenwerk.’

Beeld: Beeld: Daniël Rommens

Wat voor type bestuurder ben jij? 

‘In een eerder interview met Folia (red.: dat is de voorganger van HvanA) ben ik een ‘spiritueel bestuurder’ genoemd. Misschien klopt dat wel. Ik ben een zwaar geseculariseerde gereformeerde jongeling. Inmiddels ben ik niet meer gelovig, maar ik heb wel een geloofsovertuiging. Dat uit zich zich in authentiek willen zijn, respect hebben en ook normaal doen.’

 

Wat betekent dat voor jou: respect hebben en normaal doen? 

‘Daarmee bedoel ik dat ik probeer leiding te geven op basis van erkenning en niet vanuit macht. Ik vind het belangrijk om te weten wie er tegenover me zit en welke belangen die persoon heeft, zodat je niet alleen naar je eigen belang kijkt. Met normaal doen probeer ik te zeggen dat er veel “grote verhalen” zijn over waar het allemaal heen moet, maar die overstijgen vaak de dagelijkse gang van zaken.’

 

‘Ik kan me bijvoorbeeld herinneren dat ik net bij de Faculteit Business & Economie kwam en dat er een wens lag om de beste businessschool van Nederland te worden. Nou, daar had ik helemaal niets mee. Zeker als je kijkt naar waar we toen stonden en des te meer omdat het een ambitie is die niet bij de HvA en onze maatschappelijke opdracht past. Doe normaal, dacht ik toen.’ 

‘De HvA kan meer inzetten op masteronderwijs’

Je wordt voorzitter van Stichting Voortgezet Onderwijs Kennemerland. Waarom deze switch?

‘Ik ben nu 58 jaar. Als ik langer was gebleven dan was een volgende stap ingewikkeld geworden. Dit is een mooi moment om me nog acht tot negen jaar te kunnen verbinden aan iets nieuws. Ik heb al ervaring in het primair onderwijs, het volwassenonderwijs en het hbo. Nu komt daar het voortgezet onderwijs bij.’ 

 

Had je niet ook in het college van bestuur van de HvA willen zitten?

‘Haha, dat is een verhaal apart. Het is een publiek geheim dat ik belangstelling heb uitgesproken voor die functie, maar dat is ’m niet geworden. Het zag er leuk uit en het heeft er lang leuk uit gezien, maar uiteindelijk ging het mis. Dat boek heb ik dicht gedaan. Tuurlijk was dat jammer, maar als ik er nu op terugkijk, heb ik er een mooie kans bij de scholengemeenschap voor terug gekregen. Misschien is dat zelfs wel leuker.’

 

Wil je dit gesprek liever verder beluisteren? Check dan onze podcast met Willem Baumfalk. (De tekst loopt door onder de podcast.)

Hoe heb jij de HvA zien veranderen? 

‘Het is gigantisch veranderd. In 2008 waren hier nog maar 18.000 studenten, inmiddels zijn dat er ruim 45.000. Ik heb de hogeschool zien groeien en ontwikkelen tot een kennisinstelling: de combinatie van onderwijs en onderzoek.’

 

‘Nee, dat zie ik niet als “universiteitje spelen”. Het is goed om te beseffen dat het bacheloronderwijs het onderzoek financiert. De lectoren hebben de taak om hun onderzoek in dienst te stellen van het onderwijs. Het mooie van hbo is bovendien dat onderzoek concreet wordt: statistiek gaat niet meer over knikkers in een vaas maar om tastbare voorbeelden in Amsterdam.’ 

 

Een afscheid is een goed moment om ongefilterd je mening te geven. Wat moet de HvA vooral wel of niet doen na jouw vertrek?

‘Ik ben groot voorstander van associate degree-opleidingen. Dat zijn tweejarige, nog meer praktijkgerichte, hbo-opleidingen die goed aansluiten bij mbo 4-studenten. Die mogelijkheid is er jarenlang niet geweest en daar heeft de HvA echt een kans laten liggen. De hogescholen die daar wel direct mee aan de slag zijn gegaan hebben een betere verbinding met het mbo.’ 

 

‘De HvA kan ook meer inzetten op masteronderwijs. Het is voor hbo’ers lastig om toegelaten te worden tot een wo-master en deze opleidingen sluiten vaak niet goed aan op het hbo. De doorstroommogelijkheden zijn daardoor onvoldoende. De HvA kan daarop inspringen met hbo-masters. Ook het promoveren bij hbo-instellingen is een leuke ontwikkeling, zolang dat praktijkgericht blijft en dus bij het hbo aansluit.’ 

‘Doe niet alsof je in Zuidoost niet dood gevonden wil worden. Dat vind ik respectloos’

De verhuizing van een aantal opleidingen op de Amstelcampus naar de Fraijlemaborg heeft weerstand opgeleverd. Hoe ben je het gesprek aangegaan? 

‘Ik vond het belangrijk om niet zomaar de boodschap te komen brengen. Dat resulteerde in bijeenkomsten in zalen waarin ik vertelde waarom dit nodig is. Dat kan natuurlijk met het bekende verhaal over de “booming campus in Zuidoost die zo mooi verbonden is met ING”, maar dat verhaal past niet bij wat de mensen voelen die nu op die prachtige Amstelcampus werken en daar weg moeten.’

 

‘Het eerlijke verhaal is dat het gaat om huisvesting. Met de verplaatsing van opleidingen naar het Conradhuis ontstaat er krapte op de Amstelcampus. In de Fraijlemaborg staat een hele afdeling leeg en dat is heel duur. Daar kun je van vinden wat je wil, maar als een etage in je eigen huis leeg staat, dan ga je daar ook over nadenken. Omgaan met weerstand is een vak apart. Maar het helpt om het gesprek aan te gaan en duidelijk te zijn. Ook al kom je niet altijd tot elkaar.’

 

‘Overigens heb ik niets met het argument van mensen die daar niet willen werken omdat de campus buiten de ring ligt. Of mensen die roepen dat Zuidoost de banlieu van Amsterdam is. No way. Heel veel studenten van ons kómen uit Zuidoost. Doe niet alsof dat een plek is waar je niet dood gevonden wil worden. Dat vind ik respectloos.’

 

We kennen jou ook als de man achter de studentenbetrokkenheid. In 2016 stelde je Marloes de Nooij aan om studieverenigingen van de grond te krijgen. Wat heeft dat opgeleverd? 

‘Heel veel. Ik weet nog dat we bij Business & Economie begonnen met één studievereniging. Inmiddels heeft elke opleiding een eigen vereniging. Ja, dat leeft en floreert. Marloes sprak ook de taal van de studenten en wist hoe ze enthousiasme kon creeëren. Ik heb ook mijn dochter Minke, die op de universiteit in het verenigingsleven zat, laten langskomen om te vertellen over hoe leuk dat is. Al snel hadden we een kerstfeest waar al die nieuwe verenigingen een eigen vlag kregen. Ontzettend mooi om te zien.’

 

(De tekst loopt door onder de afbeelding.)

Beeld: Daniël Rommens | Baumfalk in gesprek met een collega op de Amstelcampus

‘Binnen korte tijd is het aantal studieverenigingen geëxplodeerd. In het begin werd ik tijdens mijn vakantie gebeld omdat de verenigingen gezamenlijk een kroegentocht op het Leidseplein hadden georganiseerd. ‘‘Kan dat wel? Moeten we geen veiligheidsmaatregelen nemen?’’, werd er gevraagd. Later bleken de verenigingen dat zelf goed geregeld te hebben. Als HvA mogen we nog wel oefenen met hoe we daar meer ontspannen mee omgaan.’ 

 

Jij hebt in zeventien jaar de HvA flink zien veranderen. Hoe ben jij zelf veranderd ten opzichte van de Willem die hier net begon?

‘Ik ben ouder geworden, haha. En daarmee meer ervaren. Dat merk ik goed aan hoe ik bijvoorbeeld toespraken geef. In 2002 schreef ik mijn toespraak helemaal uit en las ik het voor. De boodschap kwam daardoor helemaal niet over. Tegenwoordig schrijf ik een toespraak niet meer uit, maar weet ik in gedachten wat ik wil zeggen. Dat is het gemak van ervaring. Die ontspannenheid wil ik graag vasthouden in mijn nieuwe baan.’ 

 

En dan je opvolger. Moet dat een man of vrouw worden? 

‘Een vrouw. Ik zeg wel: ga voor de beste, maar ik zou niet weten waarom dat geen vrouw kan zijn. Dat is ook een kwestie van willen zoeken. Bovendien is de verhouding nu uit balans. Van alle decanen op de HvA is er slechts één een vrouw.’