Passie: Misha gaat iedere dag los met opvallende outfits
Waarvoor gaan HvA’ers écht door het vuur? Wat hebben ze over voor hun passie en wat moeten ze ervoor laten? Vandaag Misha Oosterwijk (21, Fashion & Branding), die zichzelf heeft gevonden in uitgesproken mode.
‘Sinds ik me kan herinneren ben ik al een beetje excentriek. Dat begon op de basisschool nog vrij onschuldig. Ik droeg roze, paars, groen en rood in één outfit. Terwijl mijn klasgenootjes blauw, zwart en grijs droegen.’
‘Mezelf durven te uiten via kleding is een langzaam proces geweest, en ook wel een strijd. Ik geloof niet in genderregels, maar daar hoef je op de middelbare school niet mee aan te komen. Ik kwam er al vroeg achter dat ik op mannen val, en mijn manier van praten en lopen viel op. Pubers zijn in ontwikkeling en op zoek naar zichzelf, ze keuren afwijkende dingen af. Ik voelde me in die tijd onzeker.’
‘Ik wil nooit meer een dag in de spiegel kijken en denken: dit ben ik niet’
LHBTQ+
‘Ongeveer een jaar geleden was voor mij een omslagpunt. Ik maakte met een groep studiegenoten een campagne voor ons eigen modemerk. Wij hadden een merk ontwikkeld voor mensen uit de LHBTQ+ gemeenschap. Ik kwam in contact met mensen in het uitgaanscircuit van Amsterdam en zag hoe zij zich durfden te uiten. Dat intrigeerde mij, en ik besefte dat ik dat ook wilde. Vanaf dat moment dacht ik: ik ga me iedere dag kleden zoals ik dat wil, niet meer alleen tijdens uitgaan.’
‘Een van de eerste kledingstukken die ik toen kocht was een lange glitterjas van mijn favoriete designmerk, Moschino. Ik had een documentaire over de designer van het merk gezien en herkende me in zijn verhaal. Ik voelde een connectie.’
(Tekst loopt door onder de video.)
‘Moschino ontwierp een lijn speciaal voor H&M. Daar heb ik de gouden glitterjas en bijbehorende broek met dezelfde pailletjes vandaan. Sindsdien zijn de jas en ik onafscheidelijk. Die jas beschrijft mij heel goed. Elke keer als ik daarmee naar buiten ga, moet ik mezelf wel even moed inspreken. Mensen maken echt opmerkingen en kijken naar je in de trein. Ze denken recht te hebben om commentaar te leveren.’
‘Ik besteed iedere ochtend aan halfuur aan bedenken wat ik aan ga trekken. Soms duurt het nog een halfuur langer, als ik iets speciaals heb die dag. Ik koop mijn kleding vooral online, meestal via AliExpress. Ik spendeer per week ongeveer vijf tot tien uur op de app, op zoek naar aparte accessoires, kleding of inspiratie. Ik geef ongeveer 150 euro per maand uit aan nieuwe kleding.’
‘Ik wil nooit meer een dag in de spiegel kijken en denken: dit ben ik niet. Ik heb gereisd en weet dat het in veel landen überhaupt niet mogelijk je te uiten zoals ik doe. Ik heb het platform in een westers land, daarom vind ik dat ik ook een plicht heb het te doen.’
Reacties
‘Mijn ouders werken allebei in de beauty-industrie, dus die zijn wel wat gewend. Ze steunen mij en vinden het altijd prima hoe ik de deur uit ga. Laatst droeg ik een broek met gaten bij mijn heupen en liezen, m’n vriendinnen noemen dat ‘‘de hoerenbroek’’. Toen ik daarmee naar beneden liep, keken zelfs zij wel even raar op. Mijn broer steunt me ook, maar hij krijgt in Alkmaar, waar we wonen, soms de vraag: ‘‘jij bent toch de broer van die homo?!’’ Dat is niet altijd makkelijk.’
‘De reacties van anderen zorgen er wel voor dat ik wat vrijheid in heb geleverd. Als ik ga stappen bijvoorbeeld, zoek ik van tevoren goed uit hoe ik naar de club kom zonder in verlaten steegjes te lopen. Ik ben weleens na het uitgaan vijf minuten uitgescholden en achtervolgd. En in Alkmaar trek ik minder uitgesproken kleren aan dan in Amsterdam.’
‘Ondanks dat mijn uiterlijk soms een gevecht met de mening van anderen is, zou ik nooit meer anders willen. Als ik er conventioneel uit zou zien, zou ik de momenten missen dat ik in de spiegel kijk. Nu denk ik: dit ben ik. Ik doe het voor mezelf. Maar daarnaast wil ik ook een rolmodel zijn voor de volgende generatie. Veel jonge mensen zijn bang voor regels waar ze zich aan moeten houden. Ik hoop dat de achtjarigen van nu als ze mij zien denken: hé, het is oké om te zijn wie ik wil.’