Mahaar helpt de Syrische Shahd tijdens haar studie op de HvA
Shahd Awad uit Damascus vluchtte in 2016 met haar familie naar Nederland. Nu studeert ze Aviation in het Wibauthuis en heeft ze er een vriendin bij: Mahaar Fattal.
Op een druilerige woensdagmiddag vliegen twee studenten elkaar in de hal van het Wibauthuis om de hals. Een innige omhelzing, zeker voor twee mensen die elkaar nog maar een maand kennen.
Shahd (19) uit de Syrische stad Damascus studeert Aviation in het Wibauthuis en is sinds oktober 2016 in Nederland. ‘Ons huis in Damascus bestaat niet meer, het is platgebombardeerd tijdens de burgeroorlog. Ik ben met mijn broertjes, zusjes en ouders naar Libanon gevlucht, en daar woonden we vier jaar. Maar eigenlijk ben ik van origine Palestijns, daardoor ben ik stateloos. Ik kon niet naar school in Libanon.’
Shahd: ‘Ik wilde per se studeren. Ik was daar helemaal op gefocust’
Een van Shahds broers vertrok als eerste naar Nederland, en op die manier kon de rest van het gezin volgen. Shahd: ‘Ik wilde per se studeren. Ik was daar helemaal op gefocust. In Nederland kreeg ik daar de kans voor, daardoor heb ik alles wat ik heb meegemaakt gelukkig snel achter me kunnen laten.’
‘Ik heb een schakeljaar gevolgd en ben toen begonnen met Aviation. Ik ben goed met cijfertjes, dus dat is wel iets voor mij.’
Koppels
Op de HvA studeren op dit moment 137 vluchtelingstudenten. De HvA en het UAF, de organisatie voor studerende vluchtelingen, koppelden de Nederlandse Mahaar (21, Rechten) en Shahd aan elkaar. Ze zijn een van de 22 studentmentoringkoppels op de HvA. Op deze manier hoopt het UAF vluchtelingstudenten te helpen zich thuis te voelen in het Nederlandse hoger onderwijs.
Mahaar is zelf geboren in Nederland, maar haar ouders en zus komen ook uit Syrië. Om die reden wilde Mahaar vluchtelingstudenten helpen. ‘Mijn ouders zijn politieke vluchtelingen. Ze waren tegenstanders van het dictatoriale regime, en moesten vluchten voor hun leven.’
Arabisch
Shahd: ‘Mahaar helpt mij vooral met de Nederlandse taal. Ze leest bijvoorbeeld mijn verslagen tegen, en als we samen koffie drinken praten we Nederlands’. ‘Dat is eigenlijk helemaal niet praktisch,’ vertelt Mahaar. ‘Want we spreken ook allebei Arabisch. Maar we moeten van het UAF wel Nederlands praten, anders heeft het natuurlijk geen zin.’
Mahaar: ‘Onze eerste ontmoeting was bij de Coffee Company vlakbij Amsterdam Amstel. Het was meteen gezellig, we konden goed praten. Het is altijd een beetje een gok, want je kent elkaar niet van tevoren. Achteraf moet je wel even een mailtje sturen naar het UAF, hoe je het vond. Als een soort van controle.’
‘Shahd is voor mij een inspiratiebron,’ zegt Mahaar. ‘Haar doorzettingsvermogen is ongelofelijk’
‘Ik leg niet makkelijk contact met vreemden, maar met jou wel,’ vertelt Shahd. ‘Ik durf over alles te praten: school, thuis, jongens. Ook ben ik niet bang om fouten te maken als ik Nederlands probeer te praten. Dat heb ik wel in de lessen. Ook al weet ik het antwoord, ik durf het niet te zeggen.’
‘Ik leer van Mahaar ook over de Nederlandse cultuur en de manieren hier. In Syrië is een docent echt een autoriteit. Hier in Nederland kun je gewoon gezellig een praatje maken met een docent. Dat was wennen voor mij.’
Luchtverkeersleider
‘Shahd is voor mij een inspiratiebron,’ zegt Mahaar. ‘Haar doorzettingsvermogen is ongelofelijk. Ik kan me niet eens voorstellen door wat voor een hel zij de afgelopen jaren moet zijn gegaan.’
En, ziet Shahd haar toekomst uiteindelijk in Nederland? ‘Ik wil graag luchtverkeersleider worden. Als dat lukt wil ik graag in de Arabische Emiraten werken, omdat daar de luchtvaartindustrie groot is. Maar hoe ver weg ik ook ben, mijn thuis blijft toch in Hoorn, want daar wonen mijn ouders.’