Tien jaar Boot-HvA: Blije bewoners dankzij Bakkie op het plein

29 oktober 2018
Beeld:

Vera Duivenvoorden

Geplaatst door
Redactie HvanA
Op
29 oktober 2018

Al tien jaar zetten studenten en docenten samen met de gemeente en organisaties in Amsterdamse buurten maatschappelijke projecten op voor bewoners. Voor het 10-jarig bestaan van de Buurtwinkel voor Onderwijs, Onderzoek en Talentontwikkeling (Boot) lichten wij er deze week de mooiste uit. Vandaag: Bakkie op het plein.

Bewoners van de Indische Buurt weten lang niet altijd hun weg te vinden naar de vele ondersteunende initiatieven en organisaties die de buurt rijk is. Daarom gaan studenten met een foodtruck de straat op om mensen direct aan te spreken en met raad en daad terzijde te staan.

 

Eric Jacobsson (24) staat nog geen halfuur op het schoolplein voor de islamitische basisschool Ibs As-Siddiq in Amsterdam-Oost, of hij is al door zijn flyers heen. De student Maatschappelijk werk en dienstverlening wilde ouders op het plein informeren over Boot in Oost, waar studenten maatschappelijke, financiële en juridische ondersteuning bieden aan bewoners van de Indische Buurt.

Beeld: Beeld: Vera Duivenvoorden | De foodtruck in de Indische Buurt

Hij was meteen het hele stapeltje kwijt aan Amal Elmaarouf, een Marokkaanse moeder van vijf kinderen die bij het klimrek op haar zoontje staat te wachten. Elmaarouf wil de flyers neerleggen in de ouderkamer van de school. Ze denkt dat veel ouders de hulp goed kunnen gebruiken. ‘Mensen die de taal niet spreken, weten bijvoorbeeld niet dat je bepaalde rekeningen moet bewaren om later je belastingaangifte te doen. Als je dat weet, is het simpel, maar iemand moet het wel eerst tegen je zeggen.’

 

De bedoeling van Bakkie op het plein is om buurtbewoners te laten zien wat er allemaal te doen is in de Indische Buurt. ‘Er zijn ontzettend veel initiatieven en organisaties die zich inzetten voor bewoners, maar vaak weten bewoners daar zelf niets van,’ zegt projectmedewerker Melanie Verhoef, die vanuit Boot nauw betrokken was bij de oprichting van Bakkie. ‘Veel buurtbewoners hebben een taalachterstand of kunnen niet goed met internet overweg. We vroegen ons af hoe we die bewoners alsnog konden bereiken. Het antwoord was simpel: door naar ze toe te gaan.’

 

Het busje is het kloppend hart van ‘Bakkie’, dat naast gratis koffie, thee en soep ook gezelligheid en informatie verspreidt onder buurtbewoners. Er valt van alles te doen, van voetbaltoernooien voor de kinderen tot voorlichtingsactiviteiten over een gezonde leefstijl voor ouders.

 

De straat op

Vandaag is de foodtruck neergestreken op het Sumatraplantsoen, pal tegenover de basisschool. Samen met HvA-collega Ying Ying Hu zet Jacobsson wat bankjes naast het busje. Op een tafel staan potten thee en koffie en een gigantische pan kippensoep. Kinderen rennen om het busje heen of zitten aan tafel te kleuren en ouders staan te kletsen.

‘In de klas hebben studenten soms heel makkelijk een oordeel over armoede’

Het thema Wonen, Werken en Geld bestaat sinds de oprichting van Boot in 2008. Studenten bieden tijdens spreekuren ondersteuning aan bewoners en helpen hen bijvoorbeeld met het lezen van brieven van de Belastingdienst of het treffen van betalingsregelingen. Vaak gaat het om buurtbewoners met een taalachterstand, maar ook Nederlanders komen er over de vloer. ‘De gemeenschappelijke deler is dat alle vragen een financiële component hebben,’ zegt Verhoef.

 

Kennismaking
Bij Bakkie hoeven de studenten geen professioneel advies over concrete kwesties te geven, maar gaat het vooral om kennismaking. ‘Het doel is dat mensen weten dat we er zijn en dat ze ons herkennen,’ zegt Jacobsson, en hij wijst op zijn blauwe HvA-jas.

 

Hu, eveneens met blauwe jas, is er vandaag voor het eerst bij. De 21-jarige studente HBO-Rechten is een beetje zenuwachtig. Ze geeft dan wel Boot-spreekuren, ‘maar zomaar op straat op mensen afstappen is toch wat anders.’ ‘Veel studenten komen bij BOOT voor het eerst in aanraking met mensen die het moeten zien te rooien met een minimuminkomen of die in de schulden zitten,’ vertelt Barbara Bijlstra even later in de BOOT-locatie bij Bakkie om de hoek.

 

(De tekst loopt door onder de afbeelding.)

Beeld: Vera Duivenvoorden | Ying Ying Hu deelt flyers uit

Als projectleider ziet de docente de studenten zowel in de schoolbank als tijdens hun stage. ‘In de klas hebben studenten soms heel makkelijk een oordeel over armoede. “Eigen schuld, die zijn gewoon lui,” zeggen ze dan.’ Ze merkt dat studenten vaak pas echt begrijpen wat ze bedoelt op het moment dat ze het zelf ervaren. ‘Volgens mij is dat een enorme meerwaarde. Zeker voor een student Financial Service Management of een student Bedrijfskunde die dit normaal gesproken niet zou meemaken.’

 

Microscooters
Rond drie uur ’s middags wordt het druk op het schoolplein aan de overkant van de straat. Vrouwen staan in groepjes rond kinderwagens te kletsen, peuters flitsen op microscooters heen en weer of storten zich op de klimrekken. Jacobsson en Hu steken de straat over en slenteren enkele minuten aarzelend over het schoolplein.

 

Dan raakt Jacobsson aan de praat met een jonge, in een donker gewaad gehulde vrouw. ‘Somalië? Hoe zeg je “ik heet Eric” in het Somalisch,’ vraagt Jacobsson. De vrouw zegt het lachend een paar keer voor, Jacobsson probeert het na te zeggen. ‘U boft dat u vloeiend twee talen spreekt,’ zegt hij. ‘Mijn vader komt uit Stockholm maar ik spreek nauwelijks Zweeds.’

‘Mensen vinden het makkelijker om zogenaamd over de problemen van de buurman te praten’

Pas na een tijdje begint hij over BOOT. Een vast stappenplan is er niet, zegt Jacobsson. Maar het is tegelijkertijd wel belangrijk om erover na te denken wat je doet en hoe je het doet. In eerste instantie moet je contact zien te maken met de ander, zegt hij.

 

‘Dat kan op verschillende manieren; vaak gebeurt het door iets gemeenschappelijks te zoeken of te beginnen over iets waarover je makkelijk een gesprekje kunt voeren, zoals het weer of de kinderen die aan het voetballen zijn. Vervolgens vertel ik meestal iets over mezelf.’ Eerst voelt het onwennig, legt Jacobsson uit, maar het went. ‘Inmiddels kan ik mezelf zijn.’ Bovendien kent hij wat trucjes. ‘Ik stel indirecte vragen. Ik vraag dus niet of iemand ergens hulp bij nodig heeft, maar vraag: “Kent u iemand die hulp zou kunnen gebruiken?” Mensen vinden het makkelijker om zogenaamd over de problemen van de buurman te praten. Uiteindelijk blijkt het dan toch vaak over henzelf te gaan.’

Beeld: Beeld: Vera Duivernvoorden | Eric Jacobsson in gesprek met een buurtbewoner

‘Het gaat er vooral om je gezicht te laten zien,’ zegt Boot-medewerker Verhoef. ‘De eerste keer praat je over het weer, de tweede keer herkennen mensen je op straat, dan kom je ze bij de supermarkt tegen als je een broodje gaat halen. Op die manier is je gezicht bekend in de buurt en straal je wat meer betrouwbaarheid uit.’ Ze hoopt dat de studenten uiteindelijk niet alleen binnen het spreekuur vragen naar boven halen, maar ook letterlijk op straat.

 

Bakkie op het plein werd volgens Verhoef al snel een succes. ‘Onlangs hebben studenten een vrouw aangesproken die echt in een benarde situatie zat. Ze had veel schulden en had steeds ruzie met haar man. De studenten benaderden haar toevallig op het moment dat ze het even helemaal niet meer zag zitten.’ De volgende dag zat ze bij het spreekuur. ‘Ze wordt nu geholpen door schuldhulpverlening en het gaat een stuk beter. Als dat niet was gebeurd, zou de situatie misschien nog veel slechter zijn geworden.’

 

Moediger
Ook buurtbewoonster Elmaarouf, die flyers wil gaan uitdelen, vindt het belangrijk dat de studenten mensen actief blijven benaderen. ‘Voor buitenlanders is het vaak moeilijk om naar instanties te gaan,’ vertelt ze, maar dat wil lang niet zeggen dat de behoefte er niet is. Als ik eenmaal weet: dáár word ik geholpen, ga ik er meteen naartoe.’

 

De HvA’ers mogen wat haar betreft best nog wat moediger zijn. ‘Durf wat meer!’ zegt ze lachend. Ze kan zich voorstellen dat ze in het begin een drempel voelen, ‘maar als ze eenmaal begonnen zijn, komt het echt wel goed. De mensen zijn er blij mee!’

 

Dit artikel verscheen eerder in de publicatie ‘Ontmoet de stad’ die in 2016 door Folia is gemaakt. Tekst: Steffi Weber