‘Voor geweld in onze stad bestaat geen ja maar, bestaat geen excuus’

11 november 2024
Beeld:

Rosa Tromp | Jacob Eikelboom

Geplaatst door
Jacob Eikelboom
Op
11 november 2024

Docent Jacob Eikelboom schrijft elke twee weken een column over het verwarrende leven op en rond de hogeschool. Deze keer moet hem wat van het hart na de rellen in de stad van afgelopen week. ‘Dat mensen dit geweld goedpraten, is voor mij de druppel.’ 

De schaamte over mijn HvA als slechtste hogeschool van Nederland, werd overschaduwd door een nog grotere schaamte, de dag erop.

 

In Amsterdam, mijn stad, de stad van mijn geliefden, de stad van de HvA, werd er doelgericht, georganiseerd en grootschalig gejaagd op mensen. In de nacht dat de kristalnacht werd herdacht. Die racistische orgie werd de dag erop goedgepraat door HvA-collega’s. Niet door een enkeling, door velen.

 

Voor geweld in onze stad bestaat geen ‘ja maar’, bestaat geen excuus. En zeker niet op een onderwijsinstelling, waar rede de boventoon zou moeten voeren. En zeker niet op de HvA, waar iedereen zich welkom zou moeten voelen. Als ik een uurtje wat socials afstruin, staat het schaamrood me op de kaken. Etnisch en racistisch geweld tegen alles wat met Israël te maken heeft (Israëliërs, zionisten, joden, alles wordt op één hoop gegooid) wordt niet alleen goedgepraat door HvA’ers, het wordt zelfs aangemoedigd.

Ik lees hoe collega’s een student online neersabelen omdat hij een poging tot nuanceren doet

Bij mij thuis zat en zit de schrik er goed in. De woordenkwestie of je nu wel of geen antisemiet bent doet er lang niet meer toe. Veel Amsterdamse joden (en daarbuiten) voelen zich al tijden bedreigd door ophitsende taal en nu door daadwerkelijk geweld. Je bent een doelwit en de omstanders kijken toe.

 

Mijn man wil de stad ontvluchten, weg van alle haat. Ik ben meer een vechter, met woorden en met de pen. Hij is niet de enige die zich niet veilig en welkom voelt in Amsterdam. Ook op de HvA weet ik van docenten, medewerkers en studenten dat ze doodsangsten uitstaan dat iemand achter hun joodse identiteit komt. En daar schuilt mijn grootste schaamte in. We zouden het goede voorbeeld moeten geven op de HvA. We verschillen van achtergrond, van overtuiging en van opvattingen. En ja: dat schuurt soms. Maar het lijkt mij dat de grens helder is: op de HvA doen we niet aan het aanmoedigen, verdedigen of beoefenen van agressie en geweld. Helaas is de werkelijk anders.

 

Het geweld van afgelopen week en het goedpraten daarvan is voor mij de druppel. Ooit heb ik samen met decaan Jean Tillie op de HvA een workshop gegeven over het herkennen van radicalisme en extremisme. In een van zijn onderzoeken somt hij verschillende kenmerken van extremisme en radicalisme op, die je kan lezen als een escalatieladder. De een-na-laatste stap in het radicaliseringsproces is dat je de ander ziet als het absolute kwaad, de laatste stap is dat geweld geoorloofd is.   

 

Tot nu toe kwam het op de HvA bij niet één conflict, oorlog of meningsverschil tot deze laatste twee kenmerken. Altijd was er ruimte om toch nog met de ander in gesprek te gaan, te luisteren. Tot het openlijk goedpraten van geweld in de straten van Amsterdam of op de HvA kwam het nog nooit. Tot nu.

Mijn man zegt dat ik dit niet moet schrijven en dat het zinloos is

In mijn uurtje sociale media zag ik onder meer dat tot twee keer toe in het Wibauthuis door een HvA-community een bijeenkomst werd georganiseerd met een spreker die geweld tegen wat hij zionisten noemt goedpraat, zo niet aanmoedigt. Ik zie collega’s die op Linkedin berichten over hun werk op de HvA combineren met ophitsende en geweld goedpratende berichten over wat zij zionisten noemen. Ik lees hoe collega’s een student online neersabelen omdat hij een poging tot nuanceren doet. En niet een keer, nee, dagelijkse stromen van berichten die al lang niet meer gaan over de aandacht voor slachtoffers ver weg. De berichten lezen met terugwerkende kracht als het opstoken van een vuur, die tot uitbarsting komt op 7 november. En in plaats van op de rem te trappen, om geweld en haat te stoppen, wordt het vuur publiekelijk opgestookt door het geweld in de straten van Amsterdam recht te praten.

 

Wat ik lees en zie, lezen en zien mijn studenten en collega’s ook. De keppels en alles wat duidt op een joodse identiteit zijn al lang van de HvA en uit het Amsterdamse straatbeeld verdwenen. De volgende stap is je nog verder verstoppen of nog erger, de benen nemen. De fase van dialoog zijn we allang voorbij, iets waar de HvA zich hard voor maakt. Voor een dialoog heb je twee partijen nodig die elkaar respecteren en die geweld tegen elkaar afwijzen, zonder een maar of voorwaarde.

 

Mijn man zegt dat ik dit niet moet schrijven, dat het zinloos is en al te laat en dat we gewoon de stad moeten verlaten. Die luxe hebben wij, we hebben nog ergens een plek in een ander land waar we ons prettiger voelen. Maar dat vluchtvoorrecht hebben mijn studenten niet. En veel collega’s ook niet. Voor hen sta ik op, niet voor mijzelf of mijn omgeving. En dat doe ik ook tegen elke andere extremist of geradicaliseerde idioot die geweld verdedigt tegen welke groep dan ook. We leven in Amsterdam verdomme!