Eerste hulp bij… stagediscriminatie: hoe ga je ermee om?

7 november 2024
Beeld:

Istock | Wat te doen bij stagediscrimintie?

Geplaatst door
Nina Bakker
Op
7 november 2024

Sommige dingen leer je niet op de hogeschool, maar moet je straks wel weten als achttienplusser. In Eerste hulp bij… verzamelen we tips die jou kunnen helpen wanneer de studieboeken je in de steek laten. Deze keer: stagediscriminatie. Hoe ga je daarmee om?

Stel, je loopt stage. Je kijkt ernaar uit om werkervaring op te doen in het vakgebied waarvoor je studeert. Maar eenmaal daar loopt het anders dan verwacht: je krijgt een nare opmerking omdat je een hoofddoek draagt. Of je merkt dat je minder stagevergoeding krijgt dan je mannelijke studiegenoot. Wat doe je dan?

 

Iemand die hier veel vanaf weet is Niek Putman. Hij is coördinator van het werkprogramma tegen stagediscriminatie bij ECHO, het expertisecentrum diversiteitsbeleid, en docent Social Work bij de HvA. Hij biedt je zeven tips over wat je kunt doen als je ervaart dat je gediscrimineerd wordt op je stage. 

‘Bij stagemisbruik heb je te maken met oneerlijke behandeling, stagediscriminatie gaat een stap verder’

1. Weet wat stagediscriminatie is

Ten eerste is het goed om te weten dat er verschillende vormen van stagediscriminatie bestaan, aldus Putman. ‘Veel studenten weten niet of hun situatie ook echt past binnen “stagediscriminatie”. Dat weerhoudt ze er soms juist van er iets aan te doen.’

 

‘Bij stagemisbruik word je oneerlijk behandeld. Bijvoorbeeld omdat je alleen maar koffie moet halen tijdens stage in plaats van echt aan je leerdoelen te werken’, legt Putman uit. ‘Stagediscriminatie gaat een stap verder. Hierbij ervaar je niet alleen oneerlijke behandeling, maar ook ongelijke behandeling op basis van persoonlijke kenmerken zoals afkomst, religie, culturele achtergrond, seksualiteit, beperking, politieke voorkeur of nationaliteit.’

 

Putman verwijst naar de website van Teaching Learning Center, waar de verschillen nog uitgebreider worden uitgelegd.   

‘Het zegt niets over jouw kunnen, maar over het systeem dat doorleeft in de organisatie’

2. Neem het serieus

‘Als je in een situatie zit waarin je tijdens je stage niet goed wordt behandeld, moet je dat serieus nemen, zodat er ook vanuit de opleiding iets aan gedaan kan worden.’

 

Putman geeft een voorbeeld uit eigen ervaring. ‘Zelf ben ik queer en ik had wel vaker rare opmerkingen gehad. Dat heb ik ook op mijn stage ervaren. Maar ik dacht: het hoort bij het leven, dus ik doe er niets mee. Maar het is juist goed dat professionals ervan weten, zodat ze leren over wat er speelt en ze er iets aan kunnen doen.’

 

‘Besef dat het onderdeel is van iets structureels’, voegt Putman toe. ‘Het zegt niets over jouw kunnen of over wie je bent, maar over het systeem dat doorleeft in de organisatie. Weet dat jouw ervaring met stagediscriminatie onderdeel is van een groter vraagstuk.’

Micro-agressie: kleine, onderhuidse grappen of opmerkingen die duiden op je identiteit en niet op jou als stagiair

3. Benoem en bevraag het gedrag

Maar hoe reageer je, als je merkt dat je te maken hebt met stagediscriminatie? ‘Het hangt van je situatie af. Als je te maken krijgt met seksueel overschrijdend gedrag, dan ga je er natuurlijk heel anders mee om dan als je gediscrimineerd wordt vanwege je functiebeperking, bijvoorbeeld. Er is niet één manier.’  

 

‘Het komt ook voor dat studenten te maken krijgen met micro-agressies: kleine, onderhuidse grappen of opmerkingen die duiden op je identiteit en niet op jou als stagiair’, vertelt Putman. ‘Je kunt het dan benoemen of bevragen. Vraag in zo’n situatie: ‘‘Wat bedoel je ermee?’’, of: ‘‘Wat je zegt impliceert (…), is dat wat je bedoelt?” Of geef aan dat je het niet oké vindt wat er gebeurt.’

‘Je kunt naar gelijkgestemden gaan binnen een bedrijf’

4. Meld het bij iemand die je vertrouwt

Er zijn veel verschillende plekken waar je een melding kunt maken van stagediscriminatie, zegt Putman. ‘De eerste contactpersoon is altijd je stagecoördinator. Als je merkt dat je door diegene niet gehoord of gezien wordt, dan zou ik naar de afdeling studentenzaken gaan’, tipt Putman. ‘Je kunt ook naar het discriminatiemeldpunt gaan, een vertrouwenspersoon in het bedrijf of gelijkgestemden binnen het bedrijf, die bijvoorbeeld dezelfde identiteitskenmerken hebben en je emotionele steun kunnen bieden.’

‘Weet wat je wil dat er veranderd wordt’

5. Besef wat je wil bereiken met je melding

‘Denk na over wat je precies gaat melden en wat je kunt verwachten’, tipt Putman. ‘Je moet dus ook duidelijk uitleggen wat er volgens jou veranderen moet, dan kan de professional er beter naar handelen. Een melding kun je voor, tijdens of zelfs ver na je stage nog doen. Je opleiding of andere organisaties kunnen erop anticiperen en leren van de situatie die is voorgevallen.’

 

Tegelijkertijd is het nooit verplicht om een melding te maken. ‘Stagediscriminatie is lastig omdat je in een kwetsbare positie zit. Daarom snap ik het ook als studenten ervoor kiezen het niet te doen. Je bent niemand iets verschuldigd. Het belangrijkste is dat jouw gezondheid en veiligheid vooropstaat.’

‘Je kunt onderzoeken gebruiken om aan te geven wat het probleem is’

6. Doe onderzoek

‘Je inlezen in onderzoeken over stagediscriminatie helpt, zegt Putman. ‘Er zijn genoeg onderzoeken over wat stagediscriminatie is en wat je eraan kunt doen. Je kunt deze onderzoeken gebruiken om aan te geven wat het probleem is binnen een organisatie.’

 

‘Wat mij destijds heeft geholpen, was onderzoek doen naar de achtergrond van de opmerkingen die ik kreeg. Ik kwam erachter dat het niet ging over mij als persoon, maar over de vooroordelen en stereotypen die in mijn geval voortkwamen uit homofobie.’

‘Je kunt aangeven dat je naam niet genoemd mag worden’

7. Anoniem melden kan ook

‘Als je niet wilt dat het bedrijf weet dat jij een melding hebt gemaakt, bijvoorbeeld omdat je bang bent voor reputatieschade, kun je ook anoniem een melding doen bij het discriminatiemeldpunt. Of je kunt de melding doen bij een docent en aangeven dat je niet wil dat je naam genoemd wordt en de exacte stageperiode. Ga vooral na waar je zelf behoefte aan hebt.’