‘Hoor ik hier wel thuis?’ Hoger onderwijs sluit nog altijd studenten uit
Waarom blijft het hoger onderwijs zo ontoegankelijk voor bepaalde studenten? Onderzoekers van de HvA en andere instellingen deden er vier jaar lang onderzoek naar en presenteerden dinsdag hun conclusies: ‘Het probleem is lang niet altijd even zichtbaar.’
Wil je een diploma in het hbo of aan de universiteit halen, dan maakt het uit wie je bent of waar je vandaan komt. Deze maand werd dat opnieuw in onderzoek bevestigd: een diploma halen in het hoger onderwijs is, zeker in Nederland, niet voor iedereen even haalbaar.
Heb je bijvoorbeeld een migratieachtergrond of kom je uit een gezin van ouders die zelf niet gestudeerd hebben (‘eerstegeneratiestudent’, helaas: dan heb je over het algemeen meer kans dat je uitvalt in je eerste jaar.
‘Verdrietig dat we nog altijd bepaalde studenten ontmoedigen in ons onderwijs’
Wat is er toch tegen dit probleem te doen? En hoe ervaren leerlingen en studenten deze ongelijkheid eigenlijk zelf? Een team van onderzoekers van de HvA en allerlei andere hoger onderwijsinstellingen, zoals de UvA, Erasmus University en de Hanzehogeschool, deed daar de afgelopen vier jaar onderzoek naar.
Niet zichtbaar
Dinsdag presenteerden zij hun conclusies in een symposium op de HvA, dat werd ingeleid door lector Louise Elffers (van het lectoraat Kansrijke Schoolloopbanen in een diverse stad). Daarna bespraken ze hun vondsten in enkele praatsessies en een podiumgesprek.
Een van de belangrijkste vondsten, na vier jaar onderzoek: het probleem is lang niet altijd even ‘zichtbaar’. Op papier is het hoger onderwijs in Nederland goed toegankelijk voor iedereen, in de praktijk raken kwetsbare studenten soms ontmoedigd door hoe het onderwijs in elkaar zit en twijfelen ze vaker aan hun eigen kunnen.
Zo blijkt uit een van de onderzoeken dat eerstegeneratiestudenten minder vaak voor honours programma's kiezen: zulke excellente programma’s zijn toch niet voor hen bedoeld, denken ze. Uit een ander onderzoek blijkt dat juist studenten met een ondersteuningsvraag soms te horen krijgen van hun docenten dat ze misschien beter wat anders kunnen doen dan studeren.
Verdrietig
‘Dat is natuurlijk een verdrietige conclusie,’ vertelt Elffers dinsdag tussen de praatsessies door aan HvanA. ‘Nog altijd ontmoedigen we in het onderwijs bepaalde jongeren om te studeren. Dat zou eigenlijk niet mogen. Als je op papier voor een bepaalde opleiding geschikt bent, moet het in de praktijk ook goed mogelijk zijn om die opleiding te volgen.’
Jongeren zijn bij ondersteuning gebaat, zeker als het hoger onderwijs een onbekende omgeving vormt. Een sleutelrol kan dan voor docenten zijn weggelegd, maar geregeld is die er niet – docenten hebben het immers ook druk. ‘De boodschap dat je er mag zijn en vragen mag stellen als student, helpt al heel erg. Maar wat we in dit onderzoek zagen, is dat studenten die wat extra ondersteuning nodig hebben soms juist te horen krijgen: zeg, hoor je hier wel thuis?’
Zware wissel
Elffers blijft ook wijzen op de problematische aansluiting tussen het mbo en hbo. Mbo-studenten vallen vaker uit zodra ze de overstap naar het hbo maken: daar gaat dus iets niet goed.
‘In de praktijk moet je als student met ondersteuningsvraag overal zelf achteraan’
‘Die slechte aansluiting, dat zou natuurlijk geen probleem van de studenten zou mogen zijn’, vindt de lector, die is benoemd tot voorzitter van de Onderwijsraad. ‘Als we die routes tussen mbo, hbo en wo aanbieden, moeten we wel zorgen dat het goed te doen is. Een groot deel van de mbo-4-studenten wil uiteindelijk naar het hbo. Dat zeggen ze vaak al in jaar 1 van het mbo. Toch kunnen ze kennis die ze missen voor het hbo vaak past last minute repareren. Daardoor is de start vaak heel zwaar.’
Verbeteringen
Aan de HvA is het nodige verbeterd, constateert decaan Sander Nieuwland (Faculteit Onderwijs & Opvoeding). In het panelgesprek na afloop benadrukt hij hoeveel stappen er al gezet zijn in de ondersteuning van studenten.
‘Toen ik twintig jaar geleden leraar was, zeiden we gewoon: beste student, dit is de lat en daar moet je overheen springen. Klaar. Wat betreft de ondersteuning van kwetsbare studenten is er gelukkig flink wat verbeterd.’
Toch blijft aandacht voor een goede start nodig, erkent hij. Te vaak nog zijn studenten te veel op zichzelf aangewezen, in een omgeving die soms kan aanvoelen als een doolhof. Student Terry Koper (Bestuurskunde), die enkele jaren geleden doof raakte en in een rolstoel belandde, kan dat beamen: ‘In de praktijk moet je overal zelf achteraan, als je iets extra’s nodig hebt.’
Het feit dat het kabinet-Schoof fors wil bezuinigen op het hoger onderwijs, baart Elffers wat dat betreft zorgen. ‘Nu al hebben docenten vaak niet de ruimte om al hun studenten optimaal te ondersteunen. Er is al weinig ruimte voor wat extra aandacht. Gelukkig heeft de nieuwe onderwijsminister wel erkend dat de toegankelijkheid tekortschiet. Dat ons hoger onderwijs hier iets mee moet, moge duidelijk zijn.’