Week van de toegankelijkheid: Eveline heeft depressies en een angststoornis

19 juli 2018
Beeld:

Daniël Rommens | Eveline Roemer (voorgrond). Daarachter, v.l.n.r.: Lotte van der Meer, Jeroen Eek en Jeffrey Meijer.

Geplaatst door
Nina Rijnierse
Op
19 juli 2018

Met de trap gaan, deuren openen of zonder moeite een college volgen is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Vier studenten met een functiebeperking vertellen over hun dagelijkse ervaringen op de HvA. Vandaag: Eveline Roemer (21), tweedejaarsstudent verpleegkunde. Ze heeft last van depressies en een angststoornis.

‘Ik was er bijna, vanuit Heiloo reisde ik met de trein naar Amsterdam. Op het Leidseplein had ik afgesproken met studievriendinnen. Maar in de tram werd het me gewoon te druk. Opeens gaat er dan een knop om. Je moet hier weg, het is hier niet veilig, dacht ik. In paniek liep ik terug naar het station. Zo stom, denk ik dan. Jezus, je was al halverwege. Was op zijn minst de eerste kroeg binnengelopen.’

 

‘Mijn functiebeperking is niet zo zichtbaar en per periode anders: ik heb regelmatig last gehad van depressies en ik heb een angststoornis. Het is lastig dat ik niet precies weet wanneer het gebeurt. De paniek kan zomaar opkomen, bijvoorbeeld als ik veel stress heb of in een drukke periode.’

Beeld: Daniël Rommens | Eveline Roemer

‘In een slechte periode kom ik zo min mogelijk de deur uit. Als ik wel naar college moet, kost dat me ontzettend veel energie. Erg veel steek ik op dat moment toch niet op: mijn concentratie is weg en ik had voor mijn gevoel net zo goed thuis kunnen blijven.’

 

Controle

‘Toch is het belangrijk dat ik structuur in mijn dagen houd en juist wel activiteiten onderneem. Hoe moeilijk dat ook is. Het is niet eens een gevoel van niet willen, je kunt voor je gevoel niks en niets voelt veilig, behalve je bed.’

 

‘De wisselende schooltijden hebben behoorlijk invloed op hoe ik me voel: bij lange dagen of lessen laat op de dag, merk ik dat mijn concentratie erg afneemt. Ook ben ik snel vermoeid door de medicatie die ik neem. Je mag eigenlijk maar één werkcollege missen. Maar soms kan ik me er gewoon niet toe zetten. Zodra ik thuis ben, stort ik in en moet ik eerst een paar uur slapen.’

‘Tijdens het lustrumgala van de studievereniging ging het onlangs juist wel goed: ik heb het de hele avond volgehouden. Ik maakte me niet eens druk om waar ik die avond sliep. En als het lukt om met de activiteitencommissie een EHBO-cursus of excursie naar de snijzaal van het AMC te organiseren, haal ik daar zoveel voldoening uit. Ik heb dan zelf de controle: ik weet hoe de planning eruitziet, want ik heb het evenement samen met de rest van de commissie georganiseerd. Dat motiveert ook weer om juist wél te gaan en met mensen af te spreken.’

 

Stilteruimte

‘De begeleiding vanuit de HvA vind ik nog niet super. Je kunt nu niet zomaar bij iemand binnenstappen voor een gesprekje. Ik weet eigenlijk niet echt waar ik terecht kan. Dat moet ik zelf uitzoeken. Bovendien weet ik zelf ook niet zo goed wat ik precies nodig heb.’

‘De HvA heeft nog onvoldoende in kaart wat voor begeleiding studenten nodig hebben’

‘Ik merk dat mijn studiebegeleider en decaan graag willen helpen, maar het zou fijn zijn als ik niet continu zelf moet aangeven wanneer het slechter met me gaat. Dat is juist zo moeilijk: wanneer ik me niet goed voel, is het vaak al te laat om aan te geven dat ik mezelf in een neerwaartse spiraal terecht zie komen. Op dat moment voel ik me bijvoorbeeld al zo depressief, dat ik helemaal geen contact wil hebben met een decaan of studiebegeleider.

 

‘Wat ik ook heel fijn zou vinden is een stilteruimte, waar je gewoon even kan uitrusten. Al met al denk ik dat de HvA nog onvoldoende in kaart heeft wat voor begeleiding studenten met een psychische functiebeperking nodig hebben. Ja, je mag van hbo-studenten verwachten dat zij hun leerproces zelf vormgeven. Maar wanneer je als student aangeeft dat je af en toe hulp nodig hebt, zou het dan niet mooi zijn om ook goede begeleiding vanuit de hogeschool terug te krijgen?’

 

Labeltje

‘Een paar weken geleden heb ik voor het eerst aan een paar medestudenten over mijn functiebeperking verteld. Het voelde als iets opbiechten. Ik durfde bijna niet te zeggen waarom ik weer terug naar huis ging. Maar ze begrepen het eigenlijk heel goed. En ze stelden ook echt vragen, in plaats van dat ze me meteen zagen als iemand met een labeltje.’

‘Als je één keer een positieve reactie hebt gehad, wordt het steeds makkelijker’

‘Ik merk dat ik het nu durf te vertellen, omdat ik op dit moment in een periode zit waarin het naar omstandigheden goed met me gaat. Best paradoxaal: aan de ene kant wil ik op goede momenten graag praten, maar op slechte momenten heb ik het liefst dat niemand van mij weet dat ik depressief of angstig ben – en heb ik eigenlijk spijt dat ik het heb verteld.’

 

‘Wat ik altijd moeilijk vind om te horen is dat ik een studie en beroep heb gekozen waarin je eerst goed voor jezelf moet kunnen zorgen, voordat je voor anderen kan zorgen. Hier heb ik ontzettend mee in de knoop gezeten. Mijn psycholoog zei gelukkig tegen me: “Voor jezelf zorgen betekent niet dat alles goed gaat. Beseffen dat je soms hulp nodig hebt, is ook voor jezelf zorgen.”’

 

‘Mijn functiebeperking is niet zichtbaar. Dat is heel eng, want je moet de confrontatie dus zelf opzoeken als je ermee zit. Maar ik heb echt ervaren hoe fijn het is als je er wel over vertelt. Om het toch, hoe moeilijk het ook is, aan mensen te laten weten. Als je één keer een positieve reactie hebt gehad, wordt het ook steeds makkelijker. En het geeft rust, want je weet: als het even misgaat, is dat ook oké.’

 

Herken je je in dit verhaal? Dan kun je een mail sturen naar Eveline. Je kunt ook contact opnemen met Limitless, platform voor en door HvA-studenten met een functiebeperking of de studentendecaan van jouw opleiding.


Dit artikel is samengesteld uit geschreven ervaringen van de student en een interview met HvanA.