Wie was ‘oeronderwijzer’ Theo Thijssen?

14 april 2023
Beeld:

Stadsarchief Amsterdam | Theo Thijssen

Geplaatst door
Maja de Goede
Op
14 april 2023

In Amsterdam werd al een basisschool, een museum, een standbeeld en een HvA-gebouw naar hem vernoemd: Theo Thijssen. Maar wie was deze onderwijsman eigenlijk? Een profiel van een Amsterdammer die pleitte voor meer waardering voor docenten.

Op de Brouwersgracht, in de Amsterdamse Jordaan, komen begin februari van dit jaar zo’n honderd onderwijzers bijeen om zich uit te spreken tegen het besluit om onbevoegde leerkrachten voor de klas te zetten. De demonstratie is georganiseerd door de Algemene Onderwijsbond en niet op een willekeurige plek. De docenten verzamelen namelijk naast het standbeeld van ‘oeronderwijzer’ Theo Thijssen, zoals onderwijscolumnist Aleid Truijens hem noemt in de Volkskrant.

 

Theo Thijssen (1879 – 1943) was inderdaad een man van het onderwijs. Hij was niet zozeer een onderwijsvernieuwer, als wel een man die pleitte voor meer respect voor de praktijkkennis van de gewone leerkracht. Volgens Thijssen, die zelf bijna vijfentwintig jaar voor de klas stond en niet uit een intellectueel milieu kwam, wist de ‘gewone’ leerkracht het beste hoe om te gaan met die ene klas en die ene leerling.

 

Niet gek dus dat de pabo-studenten van de HvA vandaag de dag leren over deze onderwijspraktijk in het Theo Thijssenhuis aan de Wibautstraat, en dat de Algemene Onderwijsbond demonstreert naast zijn standbeeld.

Beeld: Stadsarchief Amsterdam / Spoelstra, Y. | Theo Thijssen, zittend op een schoolbank, met Kees de jongen (hoofdpersoon uit Thijssen's gelijknamige boek).

Rijksbeurs 

Theo Thijssen, zoon van een schoenmaker, groeide op in de toen vooral dichtbevolkte en arme Jordaan. Zijn vader overleed vroeg, op 37-jarige leeftijd, waarna Theo’s moeder met zes kinderen verhuisde naar de Brouwersgracht. Daar opende zij een kruidenierswinkel. Als jonge jongen hielp Theo zijn moeder voor en na schooltijd in de zaak. Dankzij een rijksbeurs voor slimme kinderen hoefde Thijssen zijn moeder niet te blijven helpen in de winkel en kon hij doorleren voor leraar op de Rijkskweekschool in Haarlem.

 

Het vroege verlies van zijn vader en zijn maatschappelijke status maakten Thijssen niet onzeker, constateert zijn biograaf Peter-Paul de Baar. Thijssen was niet bang om ontmaskerd te worden als ‘klompenschooiertje’. Hoewel de schaamte voor het uit de toon vallen wel een thema is in bijna alle romans die Thijssen ooit schreef, aldus De Baar.

Want naast zijn werk als onderwijzer, vooral op scholen in Amsterdam-Oost, schreef Theo Thijssen ook romans. Zijn bekendste werk is ‘Kees de jongen’ uit 1923, over Kees die net zoals Theo zonder vader, opgroeide in armoede in de Jordaan. Thijssen heeft echter altijd ontkend dat het boek autobiografisch is. Hoofdpersoon Kees houdt zichzelf overeind door te fantaseren hoe zijn leven óók had kunnen zijn.

De onderwijzer zou worden bedreigd door bemoeizuchtige schoolhoofden en opvoedboekjes

Warm nest

Als onderwijzer vond Thijssen dat de klas een warm nest moest zijn, bestand tegen de bemoeizuchtige buitenwereld. Zijn ideeën hierover schreef hij op in een nieuw onderwijsblad, dat hij in 1917 oprichtte samen met Piet Bol: De Nieuwe School. Thijssen en Bol pleitten daarin voor meer waardering voor de onderwijzer. Die werd volgens hen bedreigd door bemoeizuchtige schoolhoofden, schoolopzieners en opvoedboekjes.

 

In 1921 werd Thijssen bestuurder van de Bond van Nederlandse Onderwijzers en schreef hij voor de bondsbladen. Hij verzette zich daarin tegen nieuwe, spraakmakende onderwijsmethodes zoals het Montessorisyteem. 

 

Naast dat Thijssen bijdroeg aan de emancipatie van docenten als beroepsgroep, streed hij voor de onderwijskansen van kinderen, ongeacht het inkomen van hun ouders. Dat deed hij vanaf de jaren dertig ook als politicus voor de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, in de Tweede Kamer en de Amsterdamse gemeenteraad. 

 

De ‘rode onderwijzer’, auteur, politicus en vakbondsman wordt op verschillende plekken in Amsterdam herdacht. Onder meer aan de Wibautstraat dus, door pabo-studenten in het Theo Thijssenhuis. Zij lopen dagelijks door het hoge, lichte gebouw, op zoek naar de praktijklokalen van de faculteit Onderwijs en Opvoeding. Pabo-studenten die misschien wel in de voetsporen zullen treden van deze ‘oer-onderwijzer’.

 

 

Bronnen: Theo Thijssenmuseum; Stadsarchief Amsterdam; Theo Thijssenschool; de Volkskrant.