Julia juicht – en stond heel eventjes in de fik

9 november 2022
Beeld:

Daniël Rommens

Geplaatst door
Julia Kroonen
Op
9 november 2022

Vanuit Noord-Brabant gaat Julia Kroonen (21) voor het derde jaar naar de HvA om te studeren. Terug naar de grote stad, na een lange tijd achter de laptop in haar slaapkamer; Julia schrijft het allemaal op. Deze week over haar weinig succesvolle kookkunsten. 

Het was de eerste keer dat ik in het studentenhuis ging koken. Koken is al niet mijn favoriete bezigheid, want ik ben enorm ongeduldig. Het liefst kook ik pasta met daarbij een zakje al gesneden groentemix, want dan is het gerecht binnen no time klaar. Plus, het is makkelijk.

 

Want naast dat ik koken te lang vind duren, ben ik er ook nog eens ultra-slecht in. Ik kan niet inschatten hoeveel ik van wat over heb en wat nou lekker zou zijn bij elkaar. Ik moet het echt hebben van de recepten en de weegschaal. Als ik alleen in de keuken sta, overleef ik het kookmoment wel. Maar als er anderen in de buurt zijn, voel ik me totaal niet op mijn gemak. Er zal vast wel iets zijn wat ik tijdens het koken zo fout doe dat de wereld vergaat. Dit laatste werd mijn hand bijna fataal.

 

Mijn gloednieuwe huisgenootjes zaten in de woonkamer. Superspannend dat ze überhaupt in de buurt waren natuurlijk, want de eerste dag wist ik nog helemaal niet of ze zo leuk waren als verwacht en of ík wel zo leuk was als verwacht. Klungelig was ik bezig met mijn spaghetti bolognese.

 

Ik hoopte vurig dat mijn huisgenoten aan de bank vastgeplakt waren en niet de keuken binnenkwamen, want dat zou mijn kookkunsten niet ten goede komen. De spaghetti was klaar, met de ovenhandschoen haalde ik de pan van het vuur. Dadelijk samen eten, gezellig maar spannend, dacht ik nog eens. En daar ging het mis. Ik had de pan net iets te laag vast, waardoor binnen één seconde de handschoen vlamvatte.

‘Nu mogen mijn huisgenoten écht de keuken niet binnenkomen, schoot door mijn hoofd’

Nu mogen mijn huisgenoten écht de keuken niet binnenkomen, schoot door mijn hoofd. Mijn hand staat in de fik! Ik blies en blies, maar de grote vlammen werden niet kleiner. Ze bewogen niet eens. Ik wapperde, maar ook dat had geen resultaat. Na een paar seconden van pure paniek en help-ik-ga-dood-gedachten zag ik dat ik voor de kraan stond. Duh, ik was in de keuken. Ik draaide de kraan open en stak mijn hand in de agressieve stroom water. Tssss, luidde het. En daarmee waren de vlammen weg.

 

De handschoen was gelukkig zo stevig dat mijn handen ongedeerd waren. Ze waren niet eens warm. Best gek, nu ik erop terugkijk. De handschoen zelf was helaas niet ongedeerd: deze was afgefikt en daarmee kapot. Hoe moest ik nou mijn huisgenootjes onder ogen komen? ‘Wat leuk samen te eten vanavond, jullie ovenhandschoen is helaas overleden!’

 

Er zat niet veel anders op dan het gewoon te doen. ‘Wat er nou toch is gebeurd’, zei ik dramatisch, ‘die handschoen vloog net in de fik. Haha, shit!’ Mijn huisgenootjes moesten lachen, het interesseerde ze verder gelukkig niks. Misschien beter als ze voortaan wél in de keuken staan als ik aan het koken ben.