De klas van Asis – Lale Gül

2 juni 2021
Beeld:

Lo Andela

Geplaatst door
Asis Aynan
Op
2 juni 2021

Asis Aynan doceert aan de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening en schreef diverse boeken. Elke twee weken neemt hij je mee in zijn belevenissen, verwondering en plezier voor de klas. Deze week leest en beoordeelt hij een boek waarover veel commotie is ontstaan.

Als een boek van uitgeverij Prometheus voor reuring zorgt, moet je altijd op je hoede zijn, want hun publiciteitsafdeling wil nogal eens flinker tekeergaan dan het gepromote boek. Zoals toen de uitgeverij beweerde dat een boek over de Marokkaans-Amsterdamse vechtsporter Badr Hari misschien niet het best gelezen boek was, maar wel het meest gestolen. Dat was echt dom.

 

Luister je deze column liever? Asis leest ’m zelf aan je voor.

Toch besloot ik het boek Ik ga leven van Lale Gül te kopen om de bedreigde schrijver te steunen. En omdat ik wel eens wilde weten hoe afschuwelijk het was. Ik las namelijk in een essay van haar hand dat een beroemd auteur ondanks alle dreigementen het nodig vond in naam van artikel 7 van de Grondwet het boek te kwalificeren als ‘verschrikkelijk slecht’ en een recensent deed ook een flying kickje door de inhoud racistisch te noemen.

Een roman is een vrijstaat en daar mag wat mij betreft echt alles

Na lezing van Ik ga leven kan ik niet anders concluderen dat ze een waanzinnig modern stadsepos heeft geschreven. Ik begrijp de boosheid van de beroemde auteur, de recensent en de meute, omdat het boek nogal eens het bloed onder je nagels vandaan kan halen, al naar gelang je (religieuze) overtuiging, beroep en (culturele) achtergrond. Over stelen schrijft Gül bijvoorbeeld dat het een Marokkaanse gewoonte is.

 

Maar een roman is een vrijstaat en daar mag wat mij betreft echt alles.

 

Het gaat er van straattaal naar plat, waar snikkels het moeten ontgelden, en het verwijst droogstoppelig naar de Max Havelaar en het bevat scherpe maatschappijkritiek die de analyses van Lodewijk Stegman in Ik heb altijd gelijk van Willem Frederik Hermans doen verbleken en ondertussen vraag je je af of het hoofdpersonage niet kopje ondergaat.

 

Het raster is breed en er worden nogal wat stilistische ballen in de lucht gehouden, misschien dat dat op de kast jaagt. Maar echt, alle kritiek ten spijt, als je op je twintigste zo een literaire sensatie weet te schrijven, dan huist er een groot schrijver in je.

 

En natuurlijk allemaal een fijne en inspirerende Boekenweek gewenst.