Diversiteit in de klas? Studenten praten de minister van Onderwijs bij
Daniël Rommens
Laat in de klas nooit blijken dat je een vraag raar vindt. Schenk aandacht aan verschillen en overeenkomsten. Of: ‘pas gewoon dat hele onderwijssysteem aan’. Studenten praten minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs) bij over diversiteit in de klas.
Op maandagochtend ontbreken eigenlijk alleen de paaseitjes in het leslokaal op de zevende verdieping van het Kohnstammhuis. Pastelgele en smetteloos witte tafelkleden sieren de lestafels en stoelen. Om de zoveel centimeter staat een zorgvuldig geplaatst boeketje. Daarachter tien studenten van verschillende lerarenopleidingen.
Ingrid van Engelshoven, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), komt langs om te luisteren naar ervaringen van studenten. Als het aan Van Engelshoven ligt profiteert elke klas in de toekomst van de voordelen van diversiteit.
Slavernijverleden
Maar hoe krijg je meer docenten van verschillende achtergronden voor de klas? En hoe bespreek je politiek beladen onderwerpen, zoals Zwarte Piet of het slavernijverleden, zonder dat leerlingen elkaar in de haren vliegen?
Student Mickie Rijnsburger (Leraar Geschiedenis) trapt af en vertelt over haar overwegend witte klas in het eerste jaar. ‘We hadden één klasgenoot van Marokkaanse afkomst. Hij vertelde dat hij in het eerste jaar een paar dagen afwezig was omdat hij moeite had om te aarden in de witte cultuur. Ik vond dat best heftig. Ik denk dat het belangrijk is om in de eerste weken van het jaar al aandacht te besteden aan inclusie.’
Het werkbezoek van Van Engelshoven moet haar helpen bij het maken van politieke plannen. ‘Zonder het oneerbiedig te willen laten klinken, we zien nog veel jonge vrouwen met blonde paardenstaarten op de Pabo. Hoe maken we lerarenopleidingen toegankelijk voor iedereen?’, vraagt ze.
Cultuurverschillen
Cultuurverschillen zijn er altijd. Accepteer elkaar zoals je bent. Deze les leerde student Ilias el Madkouri (Leraar Engels) van zijn mentrix. ‘Zij vroeg iedereen in de klas om naast elkaar te staan. Je zag toen duidelijk alle cultuurverschillen: Nederlands, Marokkaans, Turks, van alles. Ze vroeg ons elkaar in de ogen te kijken – wat op een gegeven moment wel genânt was. Maar uiteindelijk voelde iedereen een band met elkaar.’
Veel studenten die Van Engelshoven spreekt zijn nog jong en staan al in het eerste jaar voor de klas. ‘Voel je je een rolmodel? En worden je eigen normen en waarden weleens op de proef gesteld?’ Student Jeffrey Adamus (Leraar Maatschappijleer) herkent zichzelf. ‘Ze vragen al snel: wat vindt u er eigenlijk van? Ik vind dat ik dan een antwoord moet geven dat bij mijn voorbeeldfunctie past. Soms is het vermoeiend om de voorvechter te moeten zijn van alle diversiteit.’
Volgens student Sokayna Hamaou (Leraar Maatschappijleer) is het belangrijk om in de klas nooit te laten blijken dat je een vraag raar vindt of veroordeelt. ‘Als iemand kan beargumenteren waarom die op een partij stemt waar ik bijvoorbeeld niet op zou stemmen, dan probeer ik het te begrijpen vanuit zijn perspectief.’
‘Je hoeft niet altijd goed in taal te zijn om goed les te kunnen geven’
Een groot deel van de studenten blijkt doorstromer te zijn vanuit het mbo en moeite te hebben met schrijfopdrachten op de HvA. De een gaat naar bijlessen van de HvA, de ander maakt gebruik van taalkundige mensen in zijn netwerk.
Diploma
Voor student Katja de Beurs (Leraar Nederlands) kaart het een belangijk probleem aan: ‘Dit bevestigt dat het hele onderwijssysteem in Nederland niet klopt. Je hoeft niet altijd goed in taal te zijn om goed les te kunnen geven. Als je niet goed bent in één onderdeel dan maak je al bijna geen kans meer op een diploma.’
Van Engelshoven geeft aan dat de moeilijkheden bij de doorstroming in onderwijsniveaus ook haar ‘grootste zorg’ zijn en dat ze dit makkelijker wil gaan maken. Of de studenten haar hebben geholpen bij het bedenken van nieuw beleid? ‘Wellicht. Het valt me op dat dit voor studenten hier een belangrijk thema is. Ze hebben me extra aan het denken gezet.’
