Internationale studenten op de HvA: het zijn er niet zoveel

19 maart 2018
Beeld:

publiek domein

Geplaatst door
Nina Rijnierse
Op
19 maart 2018

Terwijl internationale studenten op de Universiteit van Amsterdam blijven toestromen, komt op de HvA maar een klein deel van alle studenten niet uit Nederland. Waarom is dat zo en hoe vinden zij het zelf hier op de hogeschool?

De meeste internationale studenten komen naar de HvA voor de bachelor International Business and Management, maar ook Amfi en fysiotherapie zijn populaire studies. Dat zijn, niet geheel toevallig, de opleidingen die (ook) in het Engels worden aangeboden. Vooral bij onze oosterburen is de HvA geliefd: ruim 20% van de internationale studenten komt uit Duitsland.

 

We bereiden studenten voor op een steeds meer geïnternationaliseerde markt

Bij het vergelijken van de cijfers is het belangrijk om te bedenken dat er op de HvA ook minder opleidingen of vakken in het Engels aangeboden worden. Ook zijn Erasmusstudenten die een half jaar op uitwisseling komen niet meegerekend.

 

Erik van den Berg, beleidsadviseur internationalisering voor de HvA, zegt dat het geen op zichzelfstaand doel is om, zoals bij de UvA, het Engelstalige aanbod van de hogeschool te vergroten. ‘We willen wel voorzichtig inzetten op een groei van internationale studenten binnen die opleidingen die al bestaan, en ik verwacht ook een groei in het aantal uitwisselingsstudenten en summerschool-studenten dat de aankomende jaren naar de HvA komt.’

 

De HvA leidt Nederlandse studenten vooral op voor de werk in de regio, zegt Van den Berg. ‘Wel bereiden we studenten voor op een steeds meer geïnternationaliseerde markt, waar ze in hun werk waarschijnlijk mee te maken krijgen.’

En hoe vinden de internationale studenten het hier?

Heb jij internationale klasgenoten? En ben je wel eens benieuwd hoe het voor hen is, om met allemaal Nederlanders te studeren? Wij vroegen hen waarom ze ervoor kozen om vier jaar in Amsterdam te gaan wonen en hoe het ze tot nu toe bevalt.

Beeld: Beeld: privéarchief Anton Zlatev | Anton Zlatev

Anton Zlatev (20) uit Bulgarije, tweedejaarsstudent International Business Management
‘Studeren in Nederland is relatief goedkoop. In Engeland kan ik het niet betalen, dan zou ik een lening moeten nemen. De cultuur is hier leuk, vind ik. Amsterdam is heel divers, je kunt altijd wel iemand vinden met wie je je interesses deelt. Mensen zijn een beetje kouder, maar over het algemeen heb ik altijd goed contact met iedereen.’

 

‘Toen ik hier net was, lukte het me makkelijk sociale contacten te leggen. Maar ik denk dat ik ook een beetje geluk heb gehad: ik sloot me meteen aan bij de opleidingscommissie en de studievereniging. Nu ben ik voorzitter van de opleidingscommissie. Maar sommige van mijn internationale klasgenoten hadden het moeilijk, omdat ze zich nergens bij aansloten en alleen woonden.’

 

‘We zaten maar met drie internationale studenten in een klas vol Nederlanders, die allemaal best wel jong waren. Daardoor praatten ze veel Nederlands met elkaar, dat was soms wel lastig voor ons, want wij begrepen er niks van. Nu bestaat mijn vriendengroep uit een mix van Nederlanders en internationale studenten.’

 

‘In het eerste jaar kregen we hulp bij het vinden van een huis. Maar daarna moesten we zelf op zoek. Eerst kwam ik toen bij een vervelende huisbaas in huis, in een kleine kamer. Maar inmiddels woon ik samen met een vriend in een studentencomplex.’

Beeld: Beeld: Nina Rijnierse | Bogi Czaran

Bogi Czaran (23) – Hongarije, tweedejaarsstudent aan Amfi
‘Mijn verhaal is een beetje ingewikkeld, want ik ben eerst begonnen in Denemarken. Nu maak ik mijn modeopleiding verder af in Nederland. Ik kwam naar Amsterdam omdat we in Hongarije maar één goede modeopleiding hebben, en het is heel moeilijk om daar binnen te komen. Ook heb ik verre familie die hier woont. Ik kende dus al een paar mensen.’

 

‘De opleiding is veeleisend. Daardoor had ik in het begin niet veel tijd om contact te leggen met anderen. Maar we zitten met alle internationale studenten in één klas, en ik kan het goed met iedereen vinden.’

 

‘Omdat ik geen huis in Amsterdam kon vinden, woon ik nu samen met een vriendin in Purmerend.  Ik was heel nerveus, omdat steeds maar niks kon vinden. Toen ik de advertentie voor dat huis op Facebook zag, stuurde ik zo snel mogelijk een berichtje.’ 

 

‘Soms is het moeilijk de juiste informatie over mijn opleiding te vinden, bijvoorbeeld over de manier waarop cijfers worden gegeven en hoe examens worden afgenomen. Als je iets vraagt, geven ze wel antwoord. Maar af en toe weet ik niet eens wat ik precies moet vragen.’

 

‘Het eerste wat ik aan internationale studenten aan de Amfi zou vertellen, is dat je dingen soms twee of drie keer mag herkansen, omdat het programma zo druk is. Dat had ik graag eerder geweten. Ik wist niet dat dat een optie was en het was in het begin heel stressvol om alles af te krijgen.’

Beeld: Beeld: Nina Rijnierse | Teresa Bauer

Teresa Bauer (25), Duitsland, eerstejaars International Business Management

‘Ik doe mijn opleiding in deeltijd, omdat ik daarnaast werk bij een modebedrijf in Amsterdam. Zo kan ik mezelf onderhouden en tegelijkertijd studeren. Dat doen meer Duitsers die na hun eerste opleiding nog verder willen leren.’


‘Eerder woonde ik ook al een jaar in Amsterdam voor werk. Eenmaal terug in Duitsland miste ik de stad zo erg, dat ik besloot weer terug te gaan, dit keer om te studeren aan de HvA.’

 

‘Ik hou van de mentaliteit hier: die is open en vrij vergeleken met het conservatie zuiden van Duitsland, waar ik vandaan kom. Hier kan je gewoon doen wat je wilt.’

 

‘Vrienden maak ik door me open op te stellen. Natuurlijk is het niet zo dat ik op straat loop en gelijk vrienden maak. Maar toch heb ik nu een aantal mensen leren kennen met wie ik het goed kan vinden. Ik woon met huisgenoten en ook op mijn werk heb ik ook een sociaal leven, want het is een jong bedrijf.’

 

‘Op mijn studie zitten veel internationale studenten. Ik vind het leuk om samen met Nederlanders, Fransen en Denen te studeren. Soms komen we erachter dat we, ondanks onze verschillen, dezelfde jeugdherinneringen hebben. Maar we communiceren wel anders, bijvoorbeeld als we een vraag willen stellen aan de docent. Daar kunnen we ook wel om lachen.’

 

‘Er is altijd wel iemand aan wie ik een vraag over mijn studie kan stellen. Soms duurt het wat langer voordat ik antwoord heb. Maar dat snap ik ook wel, want de HvA is een grote organisatie.’